Stage geweigerd door nationale afstamming

21 december 2016
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Racisme

Een ingenieursstudent van Marokkaanse herkomst wil stage lopen bij een ingenieursonderneming. Het bedrijf reageert niet op zijn kandidatuur. Wanneer hij zijn kandidatuur indient met een fictieve Belgisch klinkende naam, reageert het bedrijf wel verrassend snel. 

Bij de kandidatuur met de fictieve naam heeft het bedrijf wel interesse en vraagt het hem om meer informatie. Een tweede kandidatuur met een andere Belgisch klinkende naam levert ook een positieve reactie op. 
Het bedrijf reageert niet wanneer de ingenieursstudent opnieuw onder zijn eigen naam solliciteert. Ook een andere kandidatuur met een fictieve Arabische naam levert niets op. 

De jongeman contacteert Unia en vraagt een tussenkomst.  

Volgens Unia doet de chronologie van de feiten een discriminatie vermoeden op basis van nationale afstamming. Het bedrijf is bereid een gesprek aan te gaan met Unia en erkent dat het de jongeman geen gelijke kansen heeft geboden. 

Unia stelde de werkgever voor om een buitengerechtelijke oplossing uit te werken, waarbij rekening wordt gehouden met o.a. volgende aspecten:

  • erkenning van de discriminatie of fout; 
  • herstel of genoegdoening voor het slachtoffer (excuses, nieuwe kans, vergoeding, …);
  • formele verbintenis van non-discriminatie naar de toekomst; 
  • structurele en/of preventieve maatregelen (aanpassing reglement, aanpassing beleid, vorming, …).

Er vindt een gesprek plaats tussen beide partijen met het oog op excuses. Het bedrijf is bereid de schade die het veroorzaakte te vergoeden en biedt de jongeman een carrière coaching aan op haar kosten. Daarnaast neemt het bedrijf concrete maatregelen met het oog op een gelijkekansenbeleid. Zo wordt het rekruteringsbeleid gevoelig gewijzigd en krijgen alle medewerkers een vorming rond diversiteit.