17 mei: Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie

15 mei 2014
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Het Interfederaal Gelijkekansencentrum onderstreept 4 prioriteiten

De Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie staat dit jaar in het teken van de regionale, federale en Europese verkiezingen van 25 mei. Zaterdag trekt de Belgian Pride door Brussel met als slogan ‘Kies voor gelijkheid’, vandaag onderstreept het Interfederaal Gelijkekansencentrum vier prioriteiten voor de regeringen die na de verkiezingen zullen aantreden.

Om te beginnen is er het ouderschap van koppels van hetzelfde geslacht. Vorige maand werd daarin een belangrijke stap gezet: lesbische koppels zullen in de toekomst snel en efficiënt een volwaardige juridische band met hun kind kunnen krijgen. ‘Maar daarmee is de kous niet af’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. ‘Kandidaat-adoptieouders blijven met moeilijkheden kampen. Bij buitenlandse adoptie, bijvoorbeeld, stemmen de partnerlanden waarmee de erkende adoptiediensten samenwerken doorgaans niet in met adoptie door een holebigezin. Sommige koppels doen dan weer beroep op een draagmoeder, al dan niet in het buitenland, terwijl daar in ons land geen wetgeving rond bestaat. Dat leidt tot complexe, soms schrijnende situaties. We vragen daarom dat die problematiek grondig in kaart gebracht wordt.’

De volgende prioriteit is seksuele geaardheid op school. ‘Voor veel holebi-jongeren is het onderwijs een lijdensweg’, zegt Jozef De Witte. ‘Ze zitten niet goed in hun vel, wat blijkt uit cijfers over hun lagere welbevinden en hogere risico op zelfdoding. Het is hoog tijd voor een globale, structurele benadering van het thema homoseksualiteit, transgenderisme en transseksualiteit. Dat kan alleen als scholen gender en seksuele geaardheid op een integrale manier benaderen, met bijzondere aandacht voor pestgedrag en voor emotionele en seksuele opvoeding. En dat zonder de opleiding van onderwijzend personeel en de keuze van leermiddelen te vergeten.’

Ten derde pleit het Centrum ervoor om de feitelijke straffeloosheid van discriminerende persmisdrijven tegenover holebi’s of transgenders aan te pakken. Op dit moment wordt een persmisdrijf in de regel berecht door een hof van assisen, wat een erg omslachtige procedure met zich meebrengt. Alleen als het een racistisch karakter heeft, kan het voor een correctionele rechtbank komen. De Witte: ‘Het is moeilijk te vatten en te verdedigen dat wie via de pers aanzet tot geweld, discriminatie of haat op grond van seksuele geaardheid zijn straf ontloopt. Dat beperkt de efficiënte toepassing van de Antidiscriminatiewet van 2007, met alle gevolgen van dien.’

Tot slot: begin 2013 lanceerden alle overheden van ons land een ‘Interfederaal actieplan tegen homo- en transfobie’. Dat bestond uit twee delen: één rond homofoob en transfoob geweld, en één rond homofobe en transfobe discriminatie. Het Centrum en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zitten afwisselend het expertennetwerk voor dat het plan in de loop van 2014 zal evalueren. ‘We hopen dat de nieuwe regeringen de knelpunten en aanbevelingen uit die evaluatie ter harte zullen nemen’, besluit Jozef De Witte.

Meer informatie?