Discriminatie in een aanwervingsprocedure

20 december 2013
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: RacismeGeloof of levensbeschouwing

Een kandidaat-uitzendkracht die weldra zou afstuderen als industrieel ingenieur, slaagde voor de technische testen die in een bedrijf waar hij voor solliciteerde. De testen werden door het bedrijf zelf georganiseerd. Volgens de testverantwoordelijke van het bedrijf was hij de beste kandidaat. Toch werd hij niet weerhouden op basis van "een slecht buikgevoel" van de verantwoordelijke HR-medewerkster.

De kandidaat vermoedde dat de afwijzing gebeurd was vanwege zijn Marokkaanse origine of islamitische geloof, maar had geen concrete aanwijzingen. Het bedrijf motiveerde het "slechte buikgevoel" op basis van zijn familiaire houding tegenover de HR-medewerkster (die de kandidaat per vergissing als een administratieve kracht beschouwde) en op basis van onduidelijkheden in zijn cv.

Het Centrum organiseerde een gesprek tussen de betrokkenen. Na afloop verontschuldigden beide partijen zich tegenover elkaar.

Hoewel het bedrijf geen discriminatie erkende, ging de HR‑verantwoordelijke ermee akkoord om bij wijze van herstel advies te geven hoe de jongeman zijn cv kon herwerken om onduidelijkheden te vermijden (datum van afstuderen vermelden, werkervaring specificeren en referenties opgeven, duidelijkheid geven over statuut van student ...).

De open dialoog, de wederzijdse excuses en het advies over het CV droegen ertoe bij dat de jongeman niet bleef zitten met een (al dan niet vermeende) discriminatie-ervaring nog voor hij zijn eerste stappen op de arbeidsmarkt had gezet.

Vergelijkbare artikels