Discriminatie vanwege seksuele geaardheid: de cijfers van het Centrum

15 mei 2014
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

In 2013 opende het Centrum 1.406 dossiers over mogelijke discriminatie. 93 dossiers (6,6%) gingen over seksuele geaardheid; in 2012 waren er dat 82. De stijging manifesteerde zich vooral in de onderwijssector (8 dossiers over verhoudingen tussen leerlingen en over tewerkstelling van homoseksuele leerkrachten) en bij de politie (5 dossiers over de weigering om op te treden en over politiegeweld).

Net als in 2012 ging een groot aantal dossiers (ongeveer de helft) over gevallen van discriminatie of over haatmisdrijven in combinatie met expliciete homofobe uitlatingen: een politieagent die niet met lesbiennes wil praten, een man die zich uitkleedt voor de ogen van zijn collega terwijl hij hem provoceert enzovoort.

In totaal opende het Centrum in 2013 12 dossiers over fysiek geweld; in 2 van die dossiers ging het over geweld door politiediensten. Opvallend is het geringe aantal dossiers over lesbiennes, wat de tendens van de afgelopen jaren bevestigt.

Tot slot waren er opnieuw een aantal dossiers over bloed geven door holebi’s en over adoptie, maar minder dan de afgelopen jaren.

Deze cijfers vormen het topje van de ijsberg. Behalve de bekende meldingsdrempels (tijd, geld en moed) verklaren nog andere factoren waarom slachtoffers zelden actie ondernemen: schaamte of trots, bijvoorbeeld, of de overtuiging ‘dat er toch niets zal gebeuren’ met hun melding. Om de onderrapportering van discriminatie vanwege seksuele geaardheid tegen te gaan, heeft het Centrum zijn campagne ‘Meld het!’ in 2013 opnieuw gelanceerd. In dat kader zijn in alle Vlaamse provincies informatieavonden gepland: de volgende, in Gent, vindt plaats op woensdag 21 mei. Voor meer informatie, surf naar www.meld-het.be.

Bron: het ‘Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit 2013’ van het Interfederaal Gelijkekansencentrum, dat op 20 mei 2014 wordt voorgesteld