Uitspraak in het proces over de dood van Layla Achichi

6 maart 2015
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Vandaag deed de correctionele rechtbank in Antwerpen uitspraak in het proces over de dood van Layla Achichi. Het lesbische moslimmeisje overleed in oktober 2009 na een rituele duiveluitdrijving. Die werd op vraag van haar ouders uitgevoerd door een gebedsgenezer.

De rechtbank veroordeelde de gebedsgenezer tot 10 jaar gevangenisstraf wegens foltering. De ouders kregen een gevangenisstraf van 5 jaar met uitstel. Het strafverzwarend element van homofoob karakter werd echter niet bewezen geacht.

Het Interfederaal Gelijkekansencentrum heeft zich vlak na het overlijden van Layla in deze zaak burgerlijke partij gesteld, net als de holebi- en transgenderkoepel çavaria en familieleden van het slachtoffer.

Via haar burgerlijke partijstelling wilde het Centrum erover waken dat de piste dat de ouders van Layla Achichi of de gebedsgenezer gehandeld hebben vanuit onder meer misprijzen van of vijandigheid tegenover homoseksuelen grondig onderzocht werd. De resultaten die dat onderzoek heeft opgeleverd, sterkten het Centrum in zijn optreden: een aantal elementen wezen erop dat er van die verzwarende omstandigheid wel degelijk sprake was. In strafzaken moet het homofobe motief met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bewezen kunnen worden. Volgens de rechter was dit niet het geval. Het Centrum zal de argumentatie van de rechter nu verder analyseren.

Holebi’s krijgen nog te vaak met problemen te kampen – van bedreigingen over pesterijen tot geweld - wanneer ze hun geaardheid bekendmaken aan hun omgeving, en dit ook in de familiale sfeer. Via haar optreden wilt het Centrum verzekeren dat de overheid slachtoffers van homofobe gewelddaden afdoende beschermt.