Veroordeling Jodenhaat

2 maart 2007
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Racisme

Sympathie voor een bevolkingsgroep is geen vrijgeleide voor racisme.

De correctionele rechtbank van Hasselt veroordeelde vandaag een man tot 100 uren werkstraf of een vervangende gevangenisstraf van zeven maanden voor het aanzetten tot Jodenhaat. De feiten speelden zich af tijdens de prekwalificatie match tussen België en Israël voor het Europees kampioenschap zaalvoetbal van 2005. De man zette de aanwezige supporters aan tot antisemitisme. Het Centrum kreeg als burgerlijke partij 1€ morele schadevergoeding.

Op 28 januari 2004 vond in de sporthal Alverberg te Hasselt een prekwalificatie match plaats tussen België en Israël. De meeste spelers van de Belgische nationale ploeg waren van Marokkaanse afkomst vergezeld van een grote groep supporters. Kort na het begin van de wedstrijd stond één van de supporters recht en begon te zwaaien met een Hamasvlag. Daarbij riep hij bedreigingen in het Arabisch naar de spelers van de Israëlische ploeg: "dood aan de Joden, Heil Hitler, Hezbollah, Hamas, Jihad, dood aan Sharon, Hamas Hamas alle Joden aan het gas, ,..."

Hij maakte hierbij een handgebaar waarbij hij duidelijk wou maken dat hij hen de keel wenste over te snijden en stookte de andere supporters aan. Enkele Israëlische spelers werden bespuwd en de match moest onderbroken worden.

De aanstoker verklaarde nadien dat hij niet de bedoeling had om andere supporters aan te zetten tot jodenhaat, maar enkel zijn steun en sympathie voor de Palestijnse bevolking aan de Israëlische spelers wilde kenbaar maken. Het onderzoek en de camerabeelden toonden echter aan dat de dader in werkelijkheid de andere supporters op een vooraf georganiseerde manier wilde aanzetten tot antisemitisme door het zwaaien met vlaggen en het roepen van racistische slogans.

Het Centrum veroordeelt elk aanzetten tot haat tussen verschillende bevolkingsgroepen en stelde zich daarom burgerlijke partij samen met het Forum voor Joodse Organisaties (FJO) en de Stad Hasselt. Het onderzoek wees uit dat het vooral één supporter was die de aanwezigen ophitste. Hij misbruikte doelbewust de culturele en religieuze solidariteit van de Arabisch-islamitische gemeenschap met de Palestijnse bevolking om andere supporters aan te zetten tot antisemitisme of geweld ten aanzien van Joden in het algemeen (art. 1 van de antiracismewetgeving)

Na de aanslagen van 11 september heeft het Centrum opgeroepen tot respect voor iedereen. Jozef De Witte, directeur van het Centrum herhaalt:Deze oproep is vandaag meer dan ooit actueel. De solidariteit, de sympathie of het verwantschap die men heeft met één van de partijen in een internationaal conflict, kunnen niet rechtvaardigen dat men laakbare daden of uitingen stelt tegenover eender welke bevolkingsgroep (of zijn leden ervan) in België.’

Wij verwijzen ook naar onze campagne ‘Hang de Aap niet uit’ én naar het initiatief van Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael om streng op te treden tegen racisme in de voetbalstadia.

Wij zijn tevreden dat alle partners op terrein hun verantwoordelijkheid nemen om racisme uit de voetbalsfeer te halen. Racisme hoort niet thuis in het voetbal.