Zaak Feryn : ‘Publieke verklaringen zijn discriminatie’

12 maart 2008
Discriminatiegrond: Racisme

Vandaag heeft de advocaat-generaal Poiares Maduro van het Europese Hof van Justitie zijn advies uitgesproken in de zaak van het Centrum gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding tegen de Firma Feryn nv.

De kantelpoortenfirma Feryn weigerde allochtonen in dienst te nemen, omdat hun klanten alleen maar autochtone monteurs zouden wensen. De zaak tegen Feryn was naar het Hof van Justitie verwezen, nadat het Brusselse Arbeidshof een aantal prejudiciële vragen had gesteld in verband met de interpretatie van de Europese richtlijn 2000/43 over gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming.

Het Centrum reageert opgelucht en weerhoudt drie belangrijke punten uit het advies van de advocaat-generaal.

De advocaat-generaal is van oordeel dat Feryn zich schuldig heeft gemaakt aan discriminatie door publiekelijk te verklaren dat hij geen allochtone monteurs in dienst zou nemen. Poiares Maduro stelt namelijk dat van niemand redelijkerwijze kan worden verwacht dat hij voor een betrekking zal solliciteren, indien hij op voorhand weet dat hij wegens zijn ras of etnische afstamming geen enkele kans maakt om aangenomen te worden.

De advocaat-generaal besluit dan ook: "Door publiekelijk te verklaren dat hij niet van plan is om personen van een bepaald ras of een bepaalde etnische afstamming in dienst te nemen, sluit de werkgever die personen in feite van het sollicitatieproces en van zijn werkvloer uit. Hij uit niet enkel zijn voornemen om te discrimineren, hij discrimineert. (…) De aankondiging dat het niet gewenst is dat personen van een bepaald ras of een bepaalde etnische afstamming voor een betrekking solliciteren, is dus zelf een vorm van discriminatie. (…)".

Daarnaast veegt de advocaat-generaal het argument van Feryn dat hij zich enkel schikt naar de wensen van zijn klanten die geen allochtone monteurs zouden willen van tafel als volkomen irrelevant. "Gesteld dat die bewering juist is, illustreert zij enkel dat "markten […] discriminatie niet met succes [zullen] bestrijden" en dat regulerend optreden noodzakelijk is.", aldus de advocaat-generaal.

De advocaat-generaal is ten slotte van oordeel dat zodra de rechter discriminatie vaststelt, hij maatregelen moet treffen die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Louter symbolische sancties zijn onvoldoende afschrikkend. Een rechterlijk verbod op het discriminerend gedrag acht de advocaat-generaal dan ook passend.

Het Centrum is zeer opgetogen over dit advies van advocaat-generaal Poiares Maduro en rekent erop dat het Hof van Justitie het advies volgt. Deze uitspraak wordt verwacht na de zomer. “Hoewel het advies van de advocaat-generaal niet bindend is, schept het een belangrijk precedent voor de internationale rechtspraak als het Europees Hof dit advies volgt bij het uiteindelijke arrest. Uiteraard is het voor het Centrum belangrijk dat dergelijke gevallen van directe discriminatie veroordeeld en gesanctioneerd worden. Indien dit advies gevolgd wordt, kunnen nationale rechtsinstanties dergelijke publieke verklaringen meteen beschouwen als een directe discriminatie”, besluit Jozef De Witte, directeur van het Centrum.

Naar aanleiding van dit dossier wenst het Centrum te benadrukken dat veel werkgevers in België de diversiteit op hun werkvloer ernstig nemen en hiervoor dagelijks bemoedigende inspanningen leveren.

Vergelijkbare artikels