Zware veroordeling voor homofobe aanvaller

23 oktober 2008
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Op woensdag 22 oktober 2008 heeft de correctionele rechtbank van Brussel zich uitgesproken in een zaak van homofoob geweld. De rechtbank veroordeelde de dader tot 8 maanden gevangenisstraf met uitstel van 5 jaar en kende een symbolische euro toe aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding dat zich burgerlijke partij gesteld had in deze zaak.

In februari 2006 viel een groep jongeren Dhr. C. aan in een café in Ukkel waar Dhr. C. regelmatig vertoefde na een werkdag. Eén van deze jongeren kende het slachtoffer en zijn homoseksualiteit. De agressie ging gepaard met extreem geweld, zowel verbaal als fysiek.

Dit bevestigt dat geweld tegen homoseksuelen zich ook voordoet in onze maatschappij en zich niet beperkt tot slechte grappen en bespottingen.

“Deze zaak brengt een criminaliteit aan het licht die nog te vaak miskend wordt. Al jaren zijn de verschillende vormen van seksuele geaardheid meer zichtbaar, erkend en zelfs beschermd door de wet.Toch wordt dit nog altijd niet aanvaard door een deel van de bevolking”, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. “Homoseksuelen worden nog al te vaak geconfronteerd met talrijke stereotypen en vooroordelen. Maar het zijn net die stereotypen en vooroordelen die kunnen leiden tot geweld zoals het homofobe geweld waarover de correctionele rechtbank van Brussel zich gisteren uitsprak.”

Het Centrum is tevreden met deze uitspraak en de zware straf. Dit is een sterk signaal dat aantoont dat de rechtbank naast het homofobe karakter van het geweld als een verzwarende omstandigheid van de slagen en verwondingen tegenover Dhr. C. ook het belang van de interventie van het Centrum bij deze delicten erkent.

Het Centrum ontvangt relatief weinig meldingen van ‘homofobe haatdelicten’. Dit is ongetwijfeld omdat de slachtoffers vrezen voor vergeldingen of denken dat verdere stappen tevergeefs zouden zijn. Het Centrum maakt van deze juridische uitspraak gebruik om alle slachtoffers van gelijkaardig geweld uit te nodigen dit te melden aan het Centrum of zijn partner De Holebifederatie. “Alle diensten, instellingen en organisaties die bevoegd zijn inzake de strijd tegen homofobie moeten hierop verenigd reageren om recht te doen aan de slachtoffers”, besluit De Witte.

Het Centrum herinnert eraan dat deze slachtoffers ook terecht kunnen bij de politie die erover moet waken dat het homofobe karakter van dergelijk geweld geregistreerd wordt. Deze registratie is bovendien belangrijk voor de gerechtelijke opvolging van homofoob geweld.

Vergelijkbare artikels