Van discriminatie van kandidaat-huurders tot transparant non-discriminatiebeleid

Jan, een vastgoedmakelaar, werd in 2010 al een eerste keer strafrechtelijk veroordeeld omdat hij kandidaat-huurders discrimineerde op basis van hun origine. In 2012 kwam er opnieuw een zaak tegen hem wegens mogelijke discriminatie: Jan weigerde een koppel als kandidaat-huurders omwille van hun anderstalige naam.

Met het oog op de eerdere veroordeling, stelde Unia zich burgerlijke partij. Het parket stelde een herstelbemiddeling voor bij de bemiddelingsdienst Suggnomè (vandaag ‘Moderator’).Omdat Jan wou tonen dat hij wel degelijk een non-discriminatiebeleid wou voeren, ging hij op dit voorstel in. Ook het slachtoffer en Unia stonden open voor dit bemiddelingsvoorstel.

Naar een transparant non-discriminatiebeleid

Jan, het slachtoffer en Unia zaten vervolgens samen rond de tafel. Het resultaat van deze herstelbemiddeling was bijzonder constructief. Jan ging tijdens het gesprek duidelijke en structurele engagementen aan die een transparant non-discriminatiebeleid moeten garanderen:

  • De non-discriminatieclausule in de standaardovereenkomst van de makelaar zou worden aangescherpt. De clausule zou voortaan onder andere inhouden dat discriminerende opdrachten worden geweigerd.
  • Op de website van de makelaar zou het beleid hierrond expliciet vermeld worden, en in het kantoor zou een affiche van Unia opgehangen worden.
  • Jan zou een artikel schrijven in het informatieblad van de beroepsfederatie van immobiliënmakelaars, waarin wordt aangespoord tot het voeren van een non-discriminatiebeleid.

Tot slot zou Unia in de toekomst een test mogen uitvoeren om het non-discriminatiebeleid van het kantoor te toetsen.

Strafbepaling hield rekening met herstelbemiddeling

In 2014 volgde de uitspraak van de correctionele rechtbank. De rechtbank achtte het bewezen dat Jan als vastgoedmakelaar twee kandidaat-huurders omwille van hun origine had afgewezen en bevestigde de discriminatie. Bij de strafbepaling hield de rechtbank wel rekening met de herstelbemiddeling: volgens de rechtbank toonde het resultaat van deze bemiddeling dat Jan inzicht had gekregen dat discriminatie ontoelaatbaar is. De rechtbank sprak daarom een geldboete met uitstel uit, onder de voorwaarde dat Jan zich houdt aan de afspraken van de bemiddeling.

Wie? Jan, een vastgoedmakelaar

Wat? Discriminatie van kandidaat-huurders op basis van hun origine

Alternatieve maatregel? Herstelbemiddeling om tot een transparant non-discriminatiebeleid te komen