Enkele scheidsrechters weigeren om matchen te fluiten van een vrouwelijke zaalvoetbalploeg, omdat sommige speelsters een hoofddoek dragen. Het intern reglement voorziet deze mogelijkheid niet expliciet, maar verbiedt ze ook niet. Het geeft namelijk deze kledingvoorschriften: “de zichtbare uitrusting van een speler bestaat uitsluitend uit een trui of shirt, een korte broek, sportkousen en schoeisel”. De Belgische Franstalige zaalcompetitie beveelt in eerste instantie een interpretatie van het reglement aan die het dragen van een hoofddoek toelaat.

Daarna heroverwegen de regelgevende instanties hun standpunt: ze beslissen dat het dragen van de hoofddoek tijdens de match verboden is, op basis van een letterlijke interpretatie van het reglement.

Unia komt tussen en informeert de bevoegde instanties over het discriminerende karakter van zo'n interpretatie. Uiteindelijk wordt het reglement aangepast: een hoofddoek is toegelaten, zolang die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Het gaat om een wijziging van een federaal reglement dat van toepassing is op verschillende vleugels van de federatie – ook al werd de vraag initieel gesteld binnen de Franstalige Belgische zaalvoetbalcompetitie.

Meer weten?

• Lees meer over discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing.
• Heb je een gelijkaardige situatie meegemaakt? Meld het bij Unia.