Hof van Cassatie, 19 mei 1993
De kamer van inbeschuldigingstelling van Brussel had in een arrest van 3 december 1992 geoordeeld dat artikel 1 van de wet enkel van toepassing is indien de daden de manifeste bedoeling laten uitschijnen om een publiek of een individu ertoe aan te zetten om duidelijke racistische of xenofobe daden te plegen, en niet wanneer het aanzetten de toehoorders enkel uitnodigt om een algemene houding aan te nemen.
Het Hof van Cassatie oordeelt dat de KI door een dergelijke interpretatie van de wet een voorwaarde heeft toegevoegd die de wet niet bevat. Het aanzetten tot haat vereist geen provocatie tot het plegen van duidelijke of concrete daden.
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Hof van Cassatie, 19 mei 1993
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 11 maart 2024
Een leraar werd veroordeeld voor het aanzetten tot haat en geweld en voor het verspreiden van denkbeelden gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat. Naar aanleiding van een diefstal had hij op Facebook een stigmatiserend bericht geplaatst over de Roma-gemeenschap. In het daaropvolgende onderzoek kwamen nog een aantal feiten aan het licht.
Rechtspraak over negationisme: analyse van maart 2024
De wet van 23 maart 1995 (hierna: Negationismewet) bestraft het in het openbaar ontkennen, schromelijk minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd.