Jeugdrechtbank Leuven, 26 maart 2005 en 20 april 2005 (3 vonnissen)
Uit het gedrag en het taalgebruik tegenover het slachtoffer kan worden opgemaakt dat de slagen en verwondingen werden toegediend vanuit een haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens seksuele geaardheid.
De slachtoffers, een homostel, waren in de nacht van 26 op 27 september 2003 op weg naar een holebi-fuif. Ze liepen hand in hand en gaven elkaar af en toe een kus. Niet ver van het homo-café waar ze vandaan kwamen werden ze fysiek aangevallen door een groepje van drie minderjarigen. Door de daders werden voorafgaand en tijdens het fysiek geweld herhaaldelijk homofobe scheldwoorden gehanteerd, zoals “vuile jeanetten”. De slachtoffers lokten op geen enkele wijze zelf het geweld uit. Bovendien werden de slachtoffers niet beroofd en was er niet de geringste betwisting of onenigheid over wat dan ook. De rechter verklaart de burgerlijke partijstellling van het slachtoffer en het CGKR ontvankelijk en gegrond en verwijst naar het gedrag en het taalgebruik tegenover het slachtoffer. Het CGKR ontvangt 1 € schadevergoeding.
Trefwoord : homofobie
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Jeugdrechtbank Leuven, 26 maart 2005 en 20 april 2005 (3 vonnissen)
Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalige), 18 maart 2022
Correctionele rechtbank Brussel, 9 februari 2022
Correctionele rechtbank van Brussel, 9 februari 2022
Het gaat om een ernstige aanval op een transgender die met de daders in contact kwam via een website voor een afspraak met homoseksuelen. Hij werd aangevallen met een teaser en het feit werd gefilmd. Beklaagden hebben het toegegeven dat het ging om een strafexpeditie tegen homoseksuelen. Ze werden schuldig erkend door de rechtbank.