Correctionele rechtbank Brussel, 16 maart 2006

16 maart 2006
Actiedomein: Andere domeinen
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Brussel

De rechtbank heeft geoordeeld dat de heer C.A., beklaagde, een inbreuk pleegde op artikel 1 – 2° van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden alsook artikel 1 van de wet van 23 maart 1995 tegen het negationnisme. (definitief vonnis)

De rechtbank steunt zich hiervoor op een grafologisch onderzoek alsook de bekentenissen van de heer C.A. Deze bekende immers dat hij, tussen 2001 en 2002, als verantwoordelijke voor de verhandeling van de bagage, op verschillende valiezen toebehorende aan passagiers die zich naar Tel-Aviv begaven volgende antisemitische leuzen had aangebracht: “Vuil hondenvolk”, “volk van Juda uw uur is nabij” en “uitschot van Sharon”.

De rechtbank heeft een opschorting van de uitspraak toegekend, onder meer rekening houdend met het spijt waarvan beklaagde betuigde, het eenmalig karakter van de feiten en het gebrek aan gerechtelijk verleden.

Hij werd veroordeeld tot 1 euro morele schadevergoeding aan het Centrum en de vzw “Het Comité voor Joodse organisaties in België”, die zich burgerlijke partij stelden.