Artikel 14: vrijheid en veiligheid van de persoon

De Staten die Partij zijn waarborgen dat personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen:

  • het recht op vrijheid en veiligheid van hun persoon genieten;
  • niet onrechtmatig of willekeurig van hun vrijheid worden beroofd, en dat iedere vorm van vrijheidsberoving geschiedt in overeenstemming met de wet, en dat het bestaan van een handicap in geen geval vrijheidsberoving rechtvaardigt.

De Staten die Partij zijn waarborgen dat indien personen met een handicap op grond van om het even welke procedure van hun vrijheid worden beroofd, zij op voet van gelijkheid met anderen recht hebben op de waarborgen in overeenstemming met internationale mensenrechtenverdragen en in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van dit Verdrag worden behandeld, met inbegrip van de verschaffing van redelijke aanpassingen.”

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

L.B. v. België (2012)

In feite

De commissie tot bescherming van de maatschappij beslist de eiser voorlopig te interneren in de psychiatrische afdeling van een gevangenis. Bij dat laatste vonnis wordt bepaald dat de toelating tot een psychiatrische residentie de enige oplossing is om de re-integratie in de samenleving mogelijk te maken en dat de plaatsing voorlopig is. Verschillende private residentiële instellingen weigeren vervolgens de eiser op te nemen omwille van zijn gevaarlijkheid. De eiser haalt aan dat zijn recht op vrijheid wordt geschonden. De detentieplaats is immers onaangepast. Hij geniet er niet van een medische opvolging, noch van een therapeutische omgeving die aangepast is aan zijn mentale gezondheidstoestand. Hij wacht bovendien reeds meerdere jaren op een overplaatsing naar een psychiatrische instelling of op een toelating door een dienst die aangepaste ambulante zorgen verstrekt

Dufoort v. België (2013)

In feite

De eiser is geïnterneerd in de psychiatrische afdeling van de gevangenis van Merksplas. Een aantal gespecialiseerde instanties weigerden de eiser toe te laten omwille van de test en zijn lage intellectuele capaciteiten. De eiser vroeg de nationale rechtbank om de staat te veroordelen, op straffe van een boete, tot het hem beschikking stellen van een team van gespecialiseerde zorgverleners, bestaande uit een psychiater, een psycholoog, een psychiatrisch verpleegkundige en een maatschappelijk werker. Hij vroeg ook om een onderzoek ter plaatse te organiseren. Deze eisen werden afgewezen.

Swennen v. België (2013)

In feite

De eiser werd geïnterneerd in de psychiatrische afdeling van Merksplas. De gevangenis nam contact op met instellingen die echter alle weigerden de eiser toe te laten. De eiser vroeg voor de nationale rechters om de staat te veroordelen, in afwachting van zijn overplaatsing, tot een geïndividualiseerde therapeutische behandeling in de gevangenis gedurende twee uren en dit twee keer per week. Hij specifieerde dat het doel van de behandeling was om een seksuoloog te consulteren.

Caryn v. België (2014)

In feite

De eiser is geïnterneerd in de psychiatrische afdeling van de gevangenis van Gent. Hij lijdt aan complexe ziektebeelden, persoonlijkheidsstoornissen en seksuele afwijkingen. De eiser haalt aan dat de zorgen die hem worden verleend niet aangepast zijn aan zijn toestand. Hij vraagt de nationale rechters om de staat te veroordelen, onder verbeurte van een dwangsom, tot het aanduiden van een psychiater en een psychiatrische verzorger en hem een geïndividualiseerde en aangepaste medische behandeling te garanderen in de gevangenis gedurende twee uren en dit twee keer per week. Verder vraagt hij dat er een onderzoek ter plaatse georganiseerd wordt. Deze eisen worden door de nationale rechters verworpen.

W.D. v. België (2016)

In feite

De eiser werd geïnterneerd in een afdeling sociaal verweer van de gevangenis in Merksplas. Verschillende psychiatrische rapporten melden dat hij voorbestemd was tot perversie en pedofilie, dat hij een hoog recidivegevaar vertoonde, dat hij leed aan “autismespectrum ”stoornissen et dat hij opgenomen moest worden in een vestiging van het Vlaams Agentschap voor gehandicapte personen. Gedurende zijn hele detentie, besliste de commissie tot bescherming van de maatschappij in Antwerpen om W.D. in Merksplas te laten zitten. 

VN-Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap

X v. Argentinië (2014)

In feite

Eiser X die beschuldigd wordt van misdaden tegen de mensheid kreeg een beroerte tijdens zijn periode in voorhechtenis. Als gevolg daarvan lijdt hij aan een cognitieve aandoening, een gedeeltelijk verlies van zicht en bewegingsproblemen waardoor hij een rolstoel dient te gebruiken. X haalt aan dat de omstandigheden in de gevangenis, zoals het gebrek aan toegankelijkheid, en de verplaatsing van de gevangenis naar het ziekenhuis zijn fysieke en mentale gezondheid aantasten.

Simon Bacher vs. Oostenrijk (2018)

In feite

Mr. Bacher was born with Down’s syndrome. He is on the autism spectrum and occasionally needs a wheelchair. He lives in the town of Vomp, in a house that his family bought in 1983. The house, and the two neighbouring houses, are only accessible by a footpath. As he grew, his parents became unable to carry him and decided to build a roof over the path to protect it from bad weather. Planning permission was granted by the local authority to build such a roof, with the agreement of the immediate neighbours. However, the owners of one of the neighbouring houses (Mr. R and his uncle) were not invited to attend the meeting. They sued the author’s parents, claiming that the roof had reduced the width of the path and that its height violated his right of way.