Artikel 27: werk en werkgelegenheid

De Staten die Partij zijn erkennen het recht van personen met een handicap op werk, op voet van gelijkheid met anderen; dit omvat het recht op de mogelijkheid in het levensonderhoud te voorzien door middel van vrij gekozen of aanvaard werk op een open arbeidsmarkt en in een open werkomgeving, waar inclusie wordt bevorderd en die toegankelijk zijn voor personen met een handicap. De Staten die Partij zijn waarborgen en bevorderen de uitoefening van het recht op werk, met inbegrip van personen die een handicap verwierven tijdens de uitoefening van hun functie, door het nemen van passende maatregelen, onder meer door middel van wetgeving, teneinde onder andere:

  • discriminatie op grond van handicap te verbieden met betrekking tot alle aangelegenheden betreffende alle vormen van werkgelegenheid, waaronder voorwaarden voor de werving, aanstelling en indiensttreding, voortzetting van het dienstverband, carrièremogelijkheden en een veilige en gezonde werkomgeving;
  • het recht van personen met een handicap op rechtmatige en gunstige arbeidsomstandigheden op voet van gelijkheid met anderen te beschermen, met inbegrip van gelijke kansen en gelijke beloning voor werk van gelijke waarde, een veilige en gezonde werkomgeving, waaronder bescherming tegen intimidatie, alsmede de mogelijkheid tot rechtsherstel bij grieven;
  • te waarborgen dat personen met een handicap hun arbeids- en vakbondsrechten op voet van gelijkheid met anderen kunnen uitoefenen;
  • personen met een handicap in staat te stellen effectieve toegang te krijgen tot technische en algemene beroepskeuze voorlichtingsprogramma’s, arbeidsbemiddeling, beroeps- en vervolgopleidingen die openstaan voor het publiek;
  • de kans op werk en carrièremogelijkheden voor personen met een handicap op de arbeidsmarkt te bevorderen, alsmede hen te ondersteunen bij het vinden, verwerven en behouden van werk, dan wel de terugkeer naar tewerkstelling;
  • de kansen te bevorderen om te werken als zelfstandige, op het ondernemerschap, het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden en een eigen bedrijf te beginnen;
  • personen met een handicap in dienst te nemen in de publieke sector;
  • de werkgelegenheid voor personen met een handicap in de private sector te bevorderen door middel van passend beleid en passende maatregelen, waaronder voorkeursbeleid, aanmoedigingspremies en andere maatregelen;
  • te waarborgen dat op de werkplek wordt voorzien in redelijke aanpassingen voor personen met een handicap;
  • te bevorderen dat personen met een handicap werkervaring kunnen opdoen op de open arbeidsmarkt;
  • de beroepsmatige en professionele re-integratie van en programma’s ten behoeve van het behoud van hun baan en terugkeer naar tewerkstelling voor personen met een handicap te bevorderen.

De Staten die Partij zijn waarborgen dat personen met een handicap niet in slavernij worden gehouden of anderszins worden gedwongen tot het verrichten van arbeid en op voet van gelijkheid met anderen worden beschermd tegen gedwongen of verplichte arbeid.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Wolfgang Glatzel vs. Freistaat Bayern (2014)

In feite

De heer Glatzel probeert opnieuw een rijbewijs te bekomen zowel voor een voertuig voor privé gebruik als voor beroepsgebruik. De bijlage van Richtlijn 2006/126/EU voorziet minimale normen inzake fysieke geschiktheid betreffende de gezichtsscherpte voor het besturen van een motorvoertuig. Is de norm niet bereikt voor het rijbewijs ten behoeve van het besturen van een privé voertuig dan is toch een uitzondering mogelijk, maar dergelijke uitzondering is onmogelijk voor het besturen van voertuigen voor beroepsgebruik. 

Carlos Enrique Ruiz Conejero (2018)

In feite

Ruiz Conejero werkte als schoonmaker in een ziekenhuis. Hij was arbeidsongeschikt gedurende de volgende perioden. Hij heeft zijn werkgever steeds tijdig en naar behoren op de hoogte gebracht door overlegging van de medische certificaten. Volgens de diagnose van de publieke medische dienst werden die gezondheidsproblemen veroorzaakt door de aandoeningen die hadden geleid tot de erkende handicap van Ruiz Conejero. Ruiz Conejero is bij brief van 7 juli 2015 door Ferroser Servicios Auxiliares in kennis gesteld van zijn ontslag op grond dat de totale duur van zijn afwezigheden, ook al waren deze gerechtvaardigd, het in die bepaling neergelegde maximum had overschreden.

D.W. (2019)

In feite

Op 1 juli 2004 werd DW in dienst genomen door Nobel Plastiques Ibérica. Zij leed aan epicondylitis. Deze aandoening is aangemerkt als „beroepsziekte” en DW was tijdelijk arbeidsongeschikt gedurende meerdere perioden. Zij heeft na elke werkhervatting een medisch onderzoek ondergaan. Na elk bezoek werd vastgesteld dat zij „geschikt [was] met beperkingen” om haar functie uit te oefenen. Nobel Plastiques Ibérica heeft DW op 22 maart 2017, toen zij tijdelijk arbeidsongeschikt was, een ontslagbrief gestuurd houdende ontslag om objectieve redenen, en zich beroepen op economische, technische, productie- en organisatorische redenen. 

VN-Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap

Liliane Gröninger v. Duitsland (2014)

In feite

De Duitse Wet rond sociale zekerheid voorziet in het toekennen van subsidies aan werkgevers om personen met een handicap te integreren in de arbeidsmarkt. De eiser, de moeder van de jongeman, haalt aan dat de Duitse wet discriminatoir is doordat ze enkel van toepassing is op personen die volledig hersteld kunnen worden in hun werkbekwaamheid. Vervolgens creëert ze geen rechten voor de persoon met een handicap zelf en kan enkel de werkgever de subsidie aanvragen. Ten slotte hebben de tewerkstellingsagentschappen een grote discretie bij het implementeren van de bepalingen van de wet wat tot verdere discriminatie leidt. Ook klaagt ze over de beperkte maatregelen die Duitsland heeft genomen om haar zoon te helpen bij zijn integratie in de arbeidsmarkt.

A.F. vs. Italië (2012)

In feite

The author claims that the examination organized in 2006 by the University of Modena and Reggio Emilia did not comply with the 50 per cent quota to be reserved for persons with disabilities. He considers that the interpretation made by the University, according to which the 50 per cent quota of one post equals 0.5 positions, prevents it from respecting the quota. The author claims that "the correct application of the quota should either have resulted in [his] recruitment, as [he was] ranked third and was the only person with disabilities to have taken part in the competition, or in the recruitment of both [himself] and the person that came in first".

Nationale rechtspraak

Arbeidsrechtbank Brugge (2013)

In feite

De heer Bauwens lijdt aan congenitale syndactylie, een aangeboren vergroeiing van de vingers. Hij werkte als uitzendkracht op proef voor een computerspeciaalzaak toen de zaakvoerster hem een vast contract beloofde indien hij zijn andere job onmiddellijk opzegde. Nadat hij dit had gedaan, liet de zaakvoerster hem weten dat hij toch geen vast contract kreeg en dat ook zijn uitzendcontract werd beëindigd.

Arbeidsrechtbank Gent (2017)

In feite

Een man met een fysieke handicap werd tijdens een besparingsronde als eerste ontslagen door een OCMW met als argument dat "elke werknemer optimaal dient te renderen". Hij werd wel halftijds opnieuw in dienst genomen. De man trok samen met Unia naar de rechtbank.