Artikel 7: kinderen met een handicap

De Staten die Partij zijn nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat kinderen met een handicap op voet van gelijkheid met andere kinderen ten volle alle mensenrechten en fundamentele vrijheden genieten.

Bij alle beslissingen betreffende kinderen met een handicap vormt het belang van het kind de eerste overweging.

De Staten die Partij zijn waarborgen dat kinderen met een handicap het recht hebben vrij blijk te geven van hun opvattingen over alle aangelegenheden die hen betreffen, waarbij op voet van gelijkheid met andere kinderen en in overeenstemming met hun leeftijd en ontwikkeling naar behoren rekening wordt gehouden met hun opvattingen en waarbij zij bij hun handicap en leeftijd passende ondersteuning krijgen om dat recht te realiseren.”

Europees Comité voor Sociale Rechten

AEH vs Frankrijk (2013)

In feite

De organisatie Action Européenne des Handicapés (AEH) klaagt aan dat Frankrijk het recht op onderwijs van kinderen en jongeren met autisme niet garandeert en dat het niet alle noodzakelijke stappen neemt om de toegang tot een beroepsopleiding te waarborgen. 

Nationale rechtspraak

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (2017)

In feite

Een aantal ouders van slechtziende kinderen spande een rechtszaak in tegen de Vlaamse Gemeenschap omdat ze vonden dat hun kinderen op school onvoldoende ondersteuning kregen. 

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen (2018)

In feite

Een leerling met Down die al van in de kleuterklas op dezelfde school voor gewoon onderwijs les volgt, kon niet doorstromen naar het tweede leerjaar. Met het oog op de overstap naar het tweede leerjaar werd een ‘poll’ gehouden onder de leerkrachten met de vraag wie bereid was om – mét maximale ondersteuning – les te geven aan de jongen. Behalve de zorgleerkrachten reageerde geen van de leerkrachten positief. De ouders kregen de boodschap dat ze op zoek moesten gaan naar een andere school.