5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia

Het Unia van vandaag heeft een indrukwekkend parcours achter de rug. Het Centrum dat in 1993 werd opgericht, focuste op het bestrijden van racisme en het verdedigen van de grondrechten van vreemdelingen. Vandaag is Unia bevoegd voor 17 discriminatiegronden, terwijl de opdrachten rond migratie opgevolgd worden door het federaal migratiecentrum Myria. Hoe het zover kwam? Dat lees je hieronder.

Wat vooraf ging … Koninklijk Commissariaat voor de Migranten

Paula D’Hondt stond samen met Bruno Vinikas aan het roer van het Koninklijk Commissariaat voor de Migranten. Het Commissariaat boog zich van 1989 tot 1993 over de migratiekwestie en het migrantenbeleid. In 1993 werd beslist om een permanente structuur in het leven te roepen: het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.

1993

Mijlpaal 1: Het Centrum wordt geboren

5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia

In 1993 wordt het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding bij wet opgericht. Het is uniek in zijn soort: een openbare dienst die zijn wettelijke opdrachten volledig onafhankelijk uitvoert, die intens samenwerkt met overheden, sociale partners, ngo’s, academici, … De oorspronkelijke opdrachten? Racismebestrijding en verdediging van de grondrechten van vreemdelingen.

1995

Mijlpaal 2: Negationisme en mensensmokkel

In 1995 krijgt het Centrum er een opdracht bij: het kan vanaf dan een rechtszaak aanspannen als een geschil binnen de toepassingssfeer van de Negationismewet valt. Die Negationismewet van 23 maart 1995 maakt het strafbaar om de genocide van de Tweede Wereldoorlog te ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goed te keuren.

In hetzelfde jaar krijgt het Centrum ook de specifieke taak om het beleid ter bestrijding van mensenhandel te bevorderen, te coördineren en op te volgen (op basis van de wet van 13 april 1995).

2003

Mijlpaal 3: Migratie en ‘niet-raciale’ discriminatie

5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia

In 2003 krijgt het Centrum van de Belgische wetgever de opdracht om de overheid te informeren over de aard en de grootte van de migratiestromen en om te waken over het respect van de grondrechten van vreemdelingen.

In hetzelfde jaar gaat ook de Wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie van kracht. Die wet vult de Antiracismewet (1981) en de Genderwet (1999) aan en breidt de bescherming tegen discriminatie uit naar een reeks andere persoonskenmerken, zoals seksuele oriëntatie, leeftijd, geloof of levensbeschouwing, … Het Centrum wordt in 2003 ook bevoegd voor deze ‘niet-raciale’ discriminatiecriteria. In 2007 zal de wet opnieuw een belangrijke hervorming ondergaan.

2011

Mijlpaal 4: Onafhankelijke instantie voor het VN-verdrag

5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia
5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia

Op 12 juli 2011 besluiten de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten om het Centrum aan te wijzen als onafhankelijke instantie, verantwoordelijk voor de uitvoering, de bescherming en de opvolging van de uitvoering van het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (art. 33.2 van het verdrag). Dit verdrag werd op 1 augustus 2009 in België geratificeerd. Het is het eerste internationale instrument dat minimumnormen oplegt in verband met de rechten van personen met een handicap. Sinds 2011 is de rol van het Centrum dus ook: verzekeren dat er maatregelen worden genomen zodat personen met een handicap hun rechten volledig kunnen uitoefenen.     

2013

Mijlpaal 5: Van één centrum naar twee

5 mijlpalen in de geschiedenis van Unia

In 2013 wordt het Centrum gesplitst. Alle opdrachten rond migratie, de grondrechten van vreemdelingen en een menswaardige behandeling worden vanaf nu opgevolgd door Myria, het Federaal Migratiecentrum. En het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia kan zich volop focussen op de bestrijding van discriminatie en de bevordering van gelijke kansen. Interfederaal? Jawel: de bevoegdheden van Unia worden uitgebreid tot die van de gewesten en gemeenschappen. Handiger voor de burger: die kan voortaan in België bij één instantie terecht als hij het slachtoffer is van discriminatie, over welk bevoegdheidsniveau het ook gaat.