De trein met een handicap heeft een vertraging van 24 uur

Deze actie wil de gebrekkige toegankelijkheid van het spoorwegnetwerk voor personen met een handicap en een beperkte mobiliteit aan de kaak stellen. De actie werd georganiseerd door Unia en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap. 

De mogelijkheid om je te verplaatsen en het openbaar vervoer te gebruiken is een strikte noodzaak voor een gelijkwaardige deelname aan de maatschappij voor personen met en zonder een handicap. Hoe kan je immers gaan werken, afspreken met vrienden of gaan studeren als je bepaalde plaatsen niet kan bereiken? Zelfstandigheid en bewegingsvrijheid zijn kernwaarden van onze samenleving die niemand wil afstaan. 

Waarom deze actie?

Het is voor personen met een handicap een hele opdracht om het openbaar vervoer te nemen. Zij ondervinden heel wat problemen wanneer ze met de trein, tram, bus of metro willen reizen. Deze actie richt zich enkel op het reizen met de trein. Het toegankelijk maken van de stations en de treinen wordt nog altijd als een onoverkomelijke investering gezien. Dit is vaak te wijten aan het ontbreken van een algemeen toegankelijkheidsbeleid. Daarnaast bestaan er nog heel wat culturele en reglementaire hindernissen die overwonnen moeten worden.

Daarom leggen Unia en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap de nadruk op deze problematiek op de Internationale Dag voor Personen met een Handicap. Momenteel moeten personen met een handicap die de trein willen nemen minstens 24 uur vooraf hun traject reserveren. Deze vertraging zou nodig zijn om begeleiding te kunnen verzekeren.

24 uur vertraging betekent onder andere:

  • dat je werkvergaderingen minstens één dag vooraf moet boeken, en dat die niet mogen uitlopen of verplaatst worden;
  • dat je onmogelijk een uitstap naar zee kan improviseren als de zon opeens opdaagt;
  • dat je een ware nachtmerrie te wachten staat als je aansluitende treinen en bussen wilt plannen;
  • dat een ticketje Waver-Leuven kopen 50 keer langer duurt dan de reis zelf.

Deze vertraging van 24 uur valt ons inziens niet te verantwoorden. In Nederland moeten personen met een handicap slechts 3 uur op voorhand reserveren. Bovendien is er een pilootproject gelanceerd om dit nog te herleiden tot 1 uur en in bepaalde stations en voor bepaalde types van handicap zou zelfs een kwartier volstaan. Het is dus niet onredelijk om te stellen dat het in België beter zou kunnen ...

Naar aanleiding van de Internationale Dag voor Personen met een Handicap roepen Unia en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap de NMBS op:

  • om de ‘24 uur vertraging’ te schrappen en te vervangen door redelijke oplossingen;
  • om de toegankelijkheid van de infrastructuur te verhogen en begeleiding te voorzien op het volledige spoorwegnet;
  • om de individuele rechten van personen met een handicap te respecteren, met name het recht om zich te verplaatsen, te werken en een sociaal leven te leiden. De NMBS dient hieraan te voldoen in het kader van de antidiscriminatiewetgeving en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap.

Toegankelijk openbaar vervoer in volledige autonomie blijft een ideaal om naar te streven. De gevraagde aanpassingen komen trouwens niet alleen personen met een handicap ten goede. Iedereen die tijdelijk of permanent minder goed te been is (ouderen, gewonden of zieken, ouders met een kinderwagen of kleine kinderen enz.) kan gebaat zijn met deze aanpassingen.

Beschrijving van de actie

Plaats: Station Brussel-Centraal, 3 december 2010, 7u30-9u00

Acteurs van de Belgische Improvisatieliga, gekleed als treinbegeleiders, spreken de treinreizigers aan en vragen hen of zij hun treinticket 24 uur op voorhand gereserveerd hebben. Als dat niet het geval is, wijzen ze hen erop dat ze de trein niet kunnen nemen. De acteurs voegen er nog aan toe “Oh! Excuseer, ik dacht dat u een handicap heeft. Enkel personen met een handicap moeten 24 uur op voorhand hun treinticket reserveren.” Om de actie meer toe te lichten krijgen de treinreizigers een flyer over deze actie aangeboden.

  • Grote spandoeken zullen langs de trappenhal van het station opgehangen worden.
  • De NMBS is symbolisch pas 24 uur op voorhand op de hoogte gebracht van deze actie (de autorisatie voor deze actie werd bekomen via Clear Channel).
  • Een delegatie van Unia en van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap gaat na de actie naar de NMBS.

Bekijk het fotoalbum van de actie op Flickr. 

Vaststellingen en getuigenissen

Vaststellingen op het terrein

Unia en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap stellen vast dat er heel wat goede wil is bij het spoorwegpersoneel. Deze mensen stellen graag de nodige middelen ter beschikking en spannen zich dagelijks in om de infrastructuur toegankelijker te maken. We hechten dan ook veel belang aan de maatregelen die voorzien zijn in het kader van het laaste beheerscontract van de NMBS dat begeleiding garandeert in meer dan 100 Belgische stations. Ook de mobiele eenheden van de NMBS die onder de naam 'B for you' operationeel zijn, kunnen op onze steun rekenen. Deze mobiele eenheden bieden begeleiding aan in de stations waar geen of weinig personeel aanwezig is.

Op het terrein, daarentegen, stellen Unia en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap vaak problemen vast. De verplichting om 24 uur vooraf begeleiding te moeten aanvragen, blijft een grote hindernis. Terwijl het contact met het spoorwegpersoneel veelal goed verloopt, zijn het dus vooral de procedure en reglementering die in vraag gesteld worden.

Jaarlijks behandelen Unia, de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap en de Ombudsman van de NMBS hierover meldingen.

De meldingen die Unia ontvangt, gaan voornamelijk over een gebrek aan begeleiding bij het in- of uitstappen van treinen, de ontoegankelijkheid van stations en/of perrons en de reserveringsvoorwaarden voor personen met een beperkte mobiliteit.

Het jaarverslag van de ombudsman van de NMBS wijst dezelfde pijnpunten aan: “Door de richtlijn om 24 uur op voorhand te reserveren voelt een aantal personen met beperkte mobiliteit zich ‘nogmaals’ beperkt in hun doen en laten. Zij kunnen niet overgaan tot een spontane treinrit als dat nodig blijkt of ze er zin in hebben. Ook indien de reis 24 uur op voorhand is doorgegeven, kan er altijd iets gebeuren de dag zelf. (…) De ombudsman ijvert samen met alle betrokkenen om deze richtlijn te versoepelen om zo de personen met beperkte mobiliteit meer flexibiliteit in het vervoer met de trein te kunnen geven.”

Getuigenissen: verslag van reizigers

[-] “Traject Verviers - Maastricht: meer dan 24u op voorhand gereserveerd. Aangekomen in Luik, heeft de ‘man in het geel’ enkele minuten vertraging en wil de treinbegeleider de loopplank, die vlakbij staat, niet plaatsen. Een probleem dat regelmatig voorkomt, omdat treinbegeleiders geen risico’s willen nemen aangezien ze niet gedekt zijn door de verzekering. Wanneer ik uiteindelijk op de trein ben, zegt de begeleider me dat er in Maastricht geen bijstand verzekerd is…”

[-] “Traject Oostende – Verviers: reservatie op maandag gedaan voor mijn treinreis op vrijdag! Er blijkt geen plaats meer te zijn in een wagon, omdat er al twee rolstoelen voorzien zijn (en dus zou de wagon volzet zijn). Ik moet plaatsnemen op een platform van een andere wagon en het blijkt onmogelijk te zijn om de volgende trein te nemen om zo een meer geschikte plaats te krijgen. Ooit wou ik een plaats 23 uur op voorhand reserveren, maar men zei me dat ik mijn aanvraag te laat ingediend had!

[+] “Telkens als ik de trein nam, is het vlot verlopen. Ik bel naar het nummer 02 528 28 28 en herinner eraan dat ze de trein moeten omleiden naar spoor 1 (de andere perrons zijn niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers). Het begeleidend personeel staat altijd klaar met de glimlach. Soms moet een begeleider van ver komen (Spa) om me in Flémalle te begeleiden.”

[-] “Reservatie na 17 uur voor een begeleiding de dag daarop rond 17 uur: hoewel ik 24 uur op voorhand gereserveerd had, is de reservatie niet aanvaard, omdat men vond dat dat al vrij laat was.”

[-] “Ik ben een persoon met een visuele handicap. Ik heb mijn eigen zaak en moet soms de trein nemen om een klant te bezoeken. Ik krijg soms om 16 uur telefoon met de vraag om de dag daarna langs te gaan dus... ik kan geen beroep meer doen op de dienst want ik moet minimum 24 uur op voorhand verwittigen.”

[+] “Onze ervaringen met Leuven, Mechelen, Hasselt, Brugge, Oostende Antwerpen en Duffel zijn dat de 24-urenregel niet te strikt wordt genomen. Dit wil zeggen dat zelfs minder dan een uur op voorhand alles geregeld werd voor vertrek, hulp bij overstappen, en aankomst.”

[+] “Ik belde het callcenter een kwartier voor de gevraagde 24 uur. Ik heb een half uur moeten wachten voor ik iemand aan de lijn kreeg die me kon helpen (op eigen kosten nota bene). Antwoord: de aanvraag is een kwartier te laat ingediend en het is dus niet mogelijk de nodige begeleiding te reserveren!”

Voor verbetering vatbaar

De belangrijkste eisen van personen met een handicap gaan over:

Vertraging van 24 uur en callcenter

  • Afschaffing van de reservatietijd van 24 uur voor het aanvragen van begeleiding
  • Mogelijkheid om via e-mail en sms te reserveren
  • Gratis groen nummer van het callcenter voor begeleiding
  • Verbetering van het onthaal en de wachttijden van het callcenter

Personeel

Het spoorwegpersoneel is bereidwillig en wellicht zelf ook vragende partij voor een vorming rond de noden van personen met een handicap of een beperkte mobiliteit (inclusief een opleiding van het onthaalpersoneel om personen met een verstandelijke handicap beter te kunnen bijstaan).

Communicatie

De communicatie moet verbeterd worden: bekendmaking van de beschikbare aanpassingen, permanente aanwezigheid op de informatiepunten, informatiebrochures in braille/grote letters enz.

Veiligheid

Verbetering van de veiligheid van personen met een handicap (toegankelijkheid van praatpalen, auditieve aankondigingen die wijzen op een gevaarsituatie aanvullen met dynamische visuele aankondigingen, begeleiding in geval van problemen enz.)

Verbetering van de infrastructuur en uitrusting

Verbetering van de uitrusting (kwalitatief en kwantitatief), met name:

  • De loopplanken moeten functioneel in orde zijn en het personeel moet opgeleid zijn om deze te plaatsen (ringleiding aan de loketten, betere bewegwijzering in de stations en verbetering van de auditieve aankondigingen).
  • Verbetering van de toegankelijkheid en begeleiding in de kleine stations waar geen of weinig personeel aanwezig is.
  • In het algemeen: verbetering van de toegankelijkheid van de infrastructuur en garanties voor begeleiding voor het hele netwerk.

Juridisch luik

Op Belgisch niveau

Antidiscriminatiewet

De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie (Antidiscriminatiewet) verbiedt discriminatie op basis van - onder andere - handicap en gezondheidstoestand. Deze wet bevat zelf geen definitie van 'handicap', maar in de geest van de wet onstaat een handicap uit de confrontatie met een omgeving die niet aangepast (toegankelijk) is (en bijgevolg een beperkende situatie creëert).

Omdat een handicap zich vooral zal manifesteren in een onaangepaste omgeving, moeten er in bepaalde situaties maatregelen genomen worden voor personen met een handicap, opdat ook zij van een bepaalde dienst kunnen genieten. Men spreekt hierbij van 'redelijke aanpassingen', of zoals de Antidiscriminatiewet het omschrijft: “(…) passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen toegang te hebben tot, deel te nemen aan en vooruit te komen in de aangelegenheden waarop deze wet van toepassing is, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die deze maatregelen moet treffen."

De Antidiscriminatiewet beschouwt het weigeren van een redelijke aanpassing voor personen met een handicap als een vorm van discriminatie.

Op internationaal niveau

Volgens Europese Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 over de rechten en de plichten van reizigers in het treinverkeer, moeten spoorwegondernemingen en stationsbeheerders erover waken dat de stations, perrons en treinstellen toegankelijk zijn voor personen met een handicap of met een beperkte mobiliteit. Daarnaast moeten ze personen met een handicap of een beperkte mobiliteit gratis bijstand verlenen aan boord van de trein en bij het in- en uitstappen.

Deze bijstand wordt verleend op voorwaarde dat de reis minstens 48 uur op voorhand aangekondigd werd. Zo niet moeten de spoorwegonderneming en de stationsbeheerder toch alle redelijke inspanningen leveren om zo bijstand te verlenen opdat de persoon met een handicap of met een beperkte mobiliteit kan reizen.

Merk op dat deze vertraging van 48 uur vooropgesteld werd rekening houdende met de spoorwegeninfrastructuur in de verschillende lidstaten van de Europese Unie, die onderling uiteraard sterk verschillend is. Het gaat dus om een minimale voorwaarde, maar het is aanbevolen om een meer gunstige nationale toepassing uit te werken.

Anderzijds zou de voorgestelde nieuwe richtlijn rond gelijke behandeling bij het aanbieden van goederen en diensten het toepassingsgebied van de bestaande Richtlijn 2000/78 verruimen. Omdat België bij de omzetting van de Richtlijn een stap verder gegaan is, is het in België al sinds 2003 (toen de eerste Antidiscriminatiewet in werking trad) verboden te discrimineren bij het aanbieden van goederen en diensten, zowel in de private als in de openbare sector.

Op internationaal niveau ten slotte werd met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, dat België op 1 augustus 2009 geratificeerd heeft, nog een stap verder gezet.

Volgens dit Verdrag moeten personen met een handicap alle burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten kunnen genieten en garanties krijgen voor de toepassing daarvan. Er moeten maatregelen genomen worden om het recht op persoonlijke mobiliteit te garanderen (cf. Artikel 3 Algemene beginselen, Artikel 5 Gelijkheid en non-discriminatie, Artikel 9 Toegankelijkheid en Artikel 20 Persoonlijke mobiliteit).