Arbeidshof Bergen, 18 april 2025
Een vrouw die als buschauffeur werkt bij een openbare vervoersmaatschappij, wordt geweigerd voor de functie van coach éco-conduite omdat ze langdurig afwezig was wegens ziekte. Het arbeidshof bevestigt het vonnis van de arbeidsrechtbank en oordeelt dat de vrouw werd gediscrimineerd op grond van haar gezondheidstoestand.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen, 11 december 2023]
Feiten
Een vrouw werkte bij een openbare vervoersmaatschappij als buschauffeur. Ze solliciteerde voor de interne functie van coach éco-conduite, maar haar kandidatuur werd geweigerd. De reden voor de weigering was dat ze “meer dan 6 periodes en/of 50 dagen afwezig was in de periode van 3 jaar voorafgaand aan de sollicitatie”. De arbeidsrechtbank oordeelde dat de vrouw werd gediscrimineerd op basis van haar gezondheidstoestand en kende de wettelijk voorziene schadevergoeding toe van 6 maanden brutoloon. De openbare vervoersmaatschappij tekende beroep aan tegen het vonnis.
Beslissing
Het arbeidshof bevestigt het vonnis van de arbeidsrechtbank. Er is een vermoeden van discriminatie op basis van de gezondheidstoestand. De openbare vervoersmaatschappij kan dit vermoeden niet weerleggen.
Het project éco-conduite beantwoordt volgens het arbeidshof aan een legitiem doel, maar de middelen om dat doel te bereiken zijn niet gepast en noodzakelijk. De arbeidsrechtbank stelt dat de openbare vervoersmaatschappij niet aantoont waarom het niet mogelijk zou zijn om gedurende enkele uren per maand een bijkomende coach éco-conduite aan te duiden. De kostprijs voor deze extra coach zou immers ruim gecompenseerd worden door de opbrengsten van het project éco-conduite (onder de vorm van minder absenteïsme bij de chauffeurs, minder verkeersongevallen en minder benzineverbruik).
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Bergen, 18/4/2025 - Rolnummer 2024/AM/77