Ga verder naar de inhoud

Arbeidshof Brussel (Franstalig), 13 november 2012

Een vrouw werkte als lerares Zweeds voor de Europese Commissie. Ze werd samen met andere taalleraren ontslagen. Maar: enkel vrouwelijke taalleraren op minder dan 2 jaar van hun pensioen moesten nog prestaties leveren. De andere taalleraren werden uitbetaald. Het arbeidshof oordeelt dat de vrouw werd gediscrimineerd op grond van leeftijd en gender.

Gepubliceerd op: 13/11/2012
Domeinen: Arbeid
Beschermde kenmerken: Leeftijdsdiscriminatie (agisme), Discriminatie op basis van geslacht (of gender)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Arbeidshof
Rechtsgebied: Brussel
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Een vrouw werkte als lerares Zweeds voor de Europese Commissie. In het kader van besparingen werden de taalleraren met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur ontslagen. Enkel de taalleraren die op minder dan 2 jaar van hun pensioen stonden, moesten nog prestaties leveren. Dit was bovendien alleen van toepassing op vrouwen. De andere taalleraren werden uitbetaald.

De vrouw meende dat er sprake was van discriminatie op grond van leeftijd en gender.

Beslissing

Het arbeidshof oordeelt dat er een vermoeden is van discriminatie op grond van leeftijd en gender. Een jongere taalleraar moest geen prestaties leveren tijdens de opzegperiode. Een mannelijke taalleraar die op minder dan 2 jaar van zijn pensioen stond ook niet.

Vervolgens gaat het arbeidshof na of het ontslag kan worden gerechtvaardigd.

De Europese Commissie verwees naar budgettaire redenen. Maar die kunnen, volgens het arbeidshof, nooit een discriminatie op grond van gender rechtvaardigen. Bovendien was de kost om de vrouw uit te betalen verwaarloosbaar op het totale budget.

Daarnaast stelde de Europese Commissie dat ze gebruik had gemaakt van de mogelijkheden die werden geboden door de wetgeving. De wetgeving hield geen verplichting in om een ontslagen werknemer uit te betalen. Maar dat betekent niet, volgens het arbeidshof, dat het ontslag niet discriminatoir kan zijn.

Ten slotte werd gesteld dat het ontslag gerechtvaardigd was omdat de vrouw dicht bij haar vroegst mogelijke pensioenleeftijd stond. Maar de vrouw wilde niet met pensioen gaan op de leeftijd van 63 jaar. Doordat ze nog prestaties moest leveren, zou ze later op de arbeidsmarkt komen en zouden haar kansen om nog werk te vinden dalen.

De vrouw kreeg een schadevergoeding van 5.000 euro.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 13/11/2012 - Rolnummer 2011/AB/613

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?