Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 25 juni 2014
Een makelaar weigerde om een pand te verhuren aan personen van buitenlandse origine. Hij werd hiervoor veroordeeld door de correctionele rechtbank die probatievoorwaarden oplegde waaronder het opnemen van een non-discriminatieclausule in de nieuwe makelaarscontracten.
Feiten
Een makelaar weigerde om een pand te verhuren omdat de "eigenares van het pand niet gesteld was op buitenlanders". Volgens de makelaar wenste de eigenares niet te verhuren aan huurders met een anderstalige achternaam. De eigenares van het pand ontkende evenwel dat zij niet wenste te verhuren aan personen van buitenlandse origine of met een anderstalige achternaam.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:
- Discriminatie van een persoon, groep, gemeenschap of de leden ervan bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (artikel 24 antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 254 Strafwetboek).
Beslissing
De correctionele rechtbank was van oordeel dat voldoende werd bewezen dat de makelaar weigerde om een bepaald pand te verhuren omwille van de origine van de kandidaat-huurders. Daarbij vermeldde de correctionele rechtbank nog dat het feit of deze weigering al dan niet in opdracht gebeurde van de eigenaar, geen afbreuk deed aan de eigen verantwoordelijkheid van de beklaagde. Die kon als zaakvoerder eventuele discriminatoire opdrachten weigeren.
De makelaar werd veroordeeld tot een geldboete van 700 euro met 3 jaar probatie-uitstel. De probatievoorwaarden waren onder meer de volgende:
- De makelaar moest in alle nieuwe makelaarscontracten verwijzen naar de antidiscriminatiewetgeving en vermelden dat elke opdracht tot discriminatie zou worden geweigerd.
- Op de website van de makelaar en op affiches aangebracht in het kantoor moest discriminatie worden afgekeurd.
- De makelaar moest een artikel schrijven in het informatieblad van de beroepsfederatie waarin werd aangespoord tot het voeren van een non-discriminatiebeleid.
Unia kreeg een schadevergoeding van 1 euro en het slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 1.300 euro.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: Corr. Antwerpen, afd. Antwerpen, 25-6-2014 - rolnummer AN.56.LB.48751-12