Correctionele rechtbank Leuven, 23 september 2024
2 broers doen in het openbaar haatdragende en beledigende uitspraken tegenover een trans vrouw. Ze stellen dat mensen zoals zij geen bestaansrecht mogen hebben. De correctionele rechtbank veroordeelde de beklaagden voor 'aanzetten tot' en het uiten van bedreigingen.
[Zie ook: Correctionele rechtbank Leuven, 30 juni 2025]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
De 2 beklaagden in deze zaak deden in het openbaar uitspraken tegenover een trans vrouw zoals: "Jij bent geen wijf, smeerlap, uw soort moeten ze uitroeien, vergassen net als de Joden tijdens de oorlog." Eén van de beklaagden zei ook nog "dat hij een mes zou geven waarmee ze zichzelf van kant diende te maken, anders zou hij haar onder een trein duwen".
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een persoon (artikel 27, 2° genderwet – nu artikel 250, 2° Strafwetboek).
- Bedreiging met een aanslag op personen of eigendommen (artikel 327 oud Strafwetboek).
Beslissing
De 1e beklaagde werd veroordeeld voor het aanzettingsmisdrijf tot een gevangenisstraf van 10 maanden en een geldboete van 800 euro.
De 2e beklaagde liet verstek gaan. Hij werd veroordeeld voor het aanzettingsmisdrijf en voor het uiten van bedreigingen tot een gevangenisstraf van 12 maanden en een geldboete van 800 euro.
Het slachtoffer kreeg een morele schadevergoeding van 500 euro.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Corr. Leuven, 23/9/2024 - Rolnummer 23L001962