Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 23 juni 2020
De feiten speelden zich af in 2016 bij de politie in de Antwerpse zone City. De agenten beroofden hun slachtoffers van geld en andere bezittingen, mishandelden hen fysiek en psychisch en vernederden hen.
[Hoger beroep: Hof van beroep Antwerpen, 7 mei 2021]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Enkele agenten beroofden hun slachtoffers van geld en andere bezittingen, mishandelden hen fysiek en psychisch en vernederden hen. 'Verdachten' werden stelselmatig meegenomen naar een afgelegen plek nabij het Antwerpse Lobroekdok. Eén van de slachtoffers was zelfs bang dat de agenten hem in het water zouden smijten. Een ander slachtoffer werd wel 3 keer uitgescholden en vernederd door de agenten. Volgens een advocaat van de slachtoffers wilden de agenten al te graag hun macht manifesteren. En het openbaar ministerie constateerde een ‘verregaande normvervaging’ bij de beklaagden.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Diefstal met geweld (artikel 468 oud Strafwetboek).
- Valsheid in geschriften (artikel 194 oud Strafwetboek).
- Binnendringen in een woning (artikel 148 oud Strafwetboek).
- Poging tot diefstal (artikel 461 oud Strafwetboek).
- Discriminatie door een ambtenaar of openbaar officier (artikel 23 antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 253 Strafwetboek).
- Daden van willekeur die inbreuk maken op door de Grondwet gewaarborgde vrijheden en rechten (artikel 151 oud Strafwetboek).
- Opzettelijke slagen en verwondingen met ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge (artikel 399 oud Strafwetboek).
- Bedreiging met een aanslag op personen of eigendommen (artikel 329 oud Strafwetboek).
- Discriminatie door een ambtenaar of openbaar officier (artikel 23 antidiscriminatiewet 2007 – thans artikel 253 Strafwetboek).
- Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen (artikel 322 oud Strafwetboek).
- Schending beroepsgeheim (artikel 458 oud Strafwetboek).
- Wederrechtelijke aanhouding (artikel 147 oud Strafwetboek).
Beslissing
De correctionele rechtbank veroordeelde 1 beklaagde tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan de helft effectief, en een geldboete van 3.000 euro. 2 andere beklaagden werden veroordeeld tot 40 maanden gevangenisstraf, waarvan de helft effectief, en een geldboete van 4.500 euro. Volgens de correctionele rechtbank bezondigden de 3 zich aan heel ernstige feiten en misbruikten ze hun machtspositie als politieagent.
3 andere beklaagden werden over de hele lijn vrijgesproken.
Unia was betrokken partij.