Ga verder naar de inhoud

Wanneer is het discriminatie?

Volgens de antidiscriminatiewetgeving spreek je van discriminatie als je anders wordt behandeld in een vergelijkbare situatie zonder dat het onderscheid kan worden gerechtvaardigd. Weet dat niet elk onderscheid een (verboden) discriminatie is en dat niet elke vorm van discriminatie wordt bestreden door de antidiscriminatiewetgeving.

Om van discriminatie te spreken, moet je op de volgende vragen telkens JA kunnen antwoorden:

  1. Is er een link met een beschermd kenmerk?
  2. Speelt het onderscheid op een van de domeinen waarop de antidiscriminatiewetgeving van toepassing is?
  3. Gaat het om verboden gedrag volgens de antidiscriminatiewetgeving?
  4. Wordt het onderscheid gemaakt zonder geldige reden?

Het onderscheid moet te maken hebben met een persoonskenmerk dat beschermd wordt door de antidiscriminatiewetgeving:

Burgerlijke staat

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld in een dansschool geweigerd wordt als ongehuwde.

Fysieke eigenschap

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld brandwonden of gebitsproblemen hebt. 

Geboorte

Discriminatie omdat je naam bijvoorbeeld wordt gelinkt aan een bekende crimineel. 

Geloof of le­vens­be­schou­wing

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld een sikh of een moslim bent.

Geslacht (of gender)

Discriminatie omwille van geslacht, zwangerschap, medisch begeleide voortplanting, bevalling, geven van borstvoeding, moederschap,...

Ge­zond­heids­toe­stand

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld een tijdje ziek geweest bent.

Handicap

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld een rolstoel gebruikt. 

Leeftijd

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld oud of net jong bent.  

Politieke overtuiging

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld lid bent van een politieke partij. 

Raciale kenmerken

Discriminatie omwille van je nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming.

Seksuele oriëntatie

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld gay bent. Gendergerelateerde beschermde kenmerken vallen hier niet onder. 

Sociale toestand of afkomst

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld dakloos bent, van een bepaalde sociale klasse bent of een gerechtelijk verleden hebt.

Syndicale overtuiging

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld vakbondsafgevaardigde bent. 

Vermogen

Discriminatie omdat je bijvoorbeeld leeft van een leefloon. 

Goed om te weten over de beschermde kenmerken  

De beschermde kenmerken zijn:

  • werkelijk of vermeend:
    • werkelijk: bijvoorbeeld als je zelf homo bent en daarom het slachtoffer wordt van discriminatie.
    • vermeend: bijvoorbeeld als je slachtoffer wordt van discriminatie omdat de dader denkt (meent) dat je homo bent, ook al ben je hetero.
  • eigen of bij associatie toegekend:
    • eigen: bijvoorbeeld als je zelf een handicap hebt.
    • bij associatie: bijvoorbeeld als ouders gediscrimineerd worden omwille van de handicap van hun kind.
  • generiek: de antidiscriminatiewetgeving beschermt zowel minderheden als meerderheden:
    • mensen die homo zijn, maar ook mensen die hetero zijn
    • ouderen, maar ook jongeren (en elke andere leeftijd)
    • mensen van kleur, maar ook witte mensen

Het kan ook gaan om meerdere kenmerken. Afhankelijk van de situatie spreken we dan van:

  • intersectionele discriminatie: een persoon wordt gediscrimineerd voor een onderscheid op grond van meerdere beschermde criteria die op elkaar inwerken en onscheidbaar zijn. Bijvoorbeeld wanneer een vrouw met een islamitische hoofddoek wordt geweigerd in een sportclub. De beschermde kenmerken geslacht en geloof werken in dit geval op elkaar in en worden onafscheidbaar (een man die moslim is of een vrouw zonder hoofddoek zouden wel worden toegelaten).
  • cumulatieve meervoudige discriminatie: een persoon wordt gediscrimineerd naar aanleiding van een onderscheid op grond van meerdere beschermde kenmerken die bij elkaar worden opgeteld, maar scheidbaar blijven. Bijvoorbeeld een oudere man die niet wordt aangeworven omdat hij niet zou passen in een team van jonge vrouwen.
  • opeenvolgende meervoudige discriminatie (of toegevoegde discriminatie): een persoon wordt op grond van meerdere criteria gediscrimineerd en die discriminaties vinden afzonderlijk en op verschillende tijdstippen plaats. Bijvoorbeeld een homoseksuele man die afkomstig is uit een etnische minderheid kan in een bepaalde situatie gediscrimineerd worden op basis van zijn seksuele geaardheid en in een andere situatie op basis van zijn origine.

Wist je dat niet alle persoonskenmerken beschermd zijn door de antidiscriminatiewetgeving? 

Voorbeeld: sommige gemeenten passen voor hun sportaccommodatie andere tarieven toe voor niet-inwoners. Het persoonskenmerk ‘in een bepaalde gemeente wonen’, wordt niet beschermd door de antidiscriminatiewetgeving. Het gemaakte onderscheid kan dus niet beoordeeld worden vanuit de antidiscriminatiewetgeving.

 

2. Speelt het onderscheid op een van de domeinen waarop de antidiscriminatiewetgeving van toepassing is?

De federale antidiscriminatiewetgeving is van toepassing op de volgende domeinen van het maatschappelijk leven:

  • toegang tot en aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn
  • sociale bescherming, met inbegrip van sociale zekerheid en gezondheidszorg
  • sociale voordelen
  • aanvullende regelingen voor sociale zekerheid
  • werk (‘arbeidsbetrekkingen’)
  • vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal
  • lidmaatschap van of de betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of enige organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, waaronder de voordelen die deze organisaties bieden
  • toegang tot en deelname aan, alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek

Andere domeinen vallen onder de bevoegdheden van de Gemeenschappen en Gewesten. 

Denk bijvoorbeeld aan woninghuur, streekgebonden openbaar vervoer, cultuur, onderwijs … De decreten en ordonnanties van de Gemeenschappen en Gewesten regelen de aanpak van discriminaties in deze aangelegenheden.

Goed om te weten: de antidiscriminatiewetgeving is niet van toepassing op de privésfeer. Thuis nodig je uit wie je wil. Je kan ook niet beticht worden van discriminatie omdat je bijvoorbeeld als consument bakker A binnenstapt en bakker B consequent voorbijloopt. Omgekeerd geldt dat niet. De bakker mag als aanbieder van goederen klanten niet discrimineren.

3. Gaat het om verboden gedrag volgens de antidiscriminatiewetgeving?

Het volstaat niet dat er louter een onderscheid gemaakt wordt op basis van een beschermd kenmerk. Het moet ook gaan om een van de volgende verboden gedragingen

Openen Sluiten Directe discriminatie

Openen Sluiten Indirecte discriminatie

Openen Sluiten Intimidatie

Openen Sluiten Weigeren van redelijke aanpassingen

Openen Sluiten Opdracht geven tot discriminatie

4. Wordt het onderscheid gemaakt zonder geldige reden?

Als het om mogelijke discriminatie gaat, dan moet je ook verder inzoomen op het gemaakte onderscheid:

  • Soms is het onderscheid gerechtvaardigd: een minderjarige mag geen wagen besturen, een slechtziende kan geen vliegtuigpiloot worden, een persoon zonder zwembrevet kan geen redder worden … 
  • Is het onderscheid niet gerechtvaardigd? Pas dan is er sprake van (verboden) discriminatie. Zo zou het niet gerechtvaardigd zijn om een persoon die aan alle kwalificaties voldoet te weigeren als piloot louter omdat die persoon zwart is of om een persoon die aan alle kwalificaties voldoet te weigeren als redder omdat die persoon homo is. 

Rechtvaardigingsmechanismen

De rechtvaardigingsmechanismen uit de antidiscriminatiewetgeving zijn complex en kunnen verschillen naargelang het beschermd kenmerk, het domein en de verboden gedraging:

  • In bepaalde gevallen kan een onderscheid nooit worden gerechtvaardigd.
    • Bijvoorbeeld: een man met zwarte huidskleur mag niet binnen van een winkeleigenaar.
  • In bepaalde gevallen kan een onderscheid objectief worden gerechtvaardigd door een legitiem doel waarbij de middelen om dat doel te bereiken passend en noodzakelijk moeten zijn.
    • Bijvoorbeeld: een ziekenhuis weigert honden in de operatiezaal (indirecte discriminatie van personen met een assistentiehond). Dit onderscheid is gerechtvaardigd omwille van de hygiënerichtlijnen.
  • In bepaalde gevallen kan een onderscheid worden gerechtvaardigd op grond van een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste.
    • Bijvoorbeeld: een theater wil iemand in dienst nemen om de rol van Nelson Mandela te vertolken en zoekt een acteur die enigszins lijkt op Nelson Mandela.
  • In bepaalde gevallen kan een onderscheid worden gerechtvaardigd door een algemene rechtvaardigingsgrond (zoals een wettelijke bepaling).
    • Bijvoorbeeld: een vrouw van 30 jaar komt niet in aanmerking voor een startbaanovereenkomst. Dit is het gevolg van een wettelijke bepaling, want de wetgever heeft de leeftijdsgrens voor startbanen vastgelegd op  26 jaar. Goed om te weten : de antidiscriminatiewetgeving is niet van toepassing wanneer een onderscheid het gevolg is van een bepaling uit een wet, decreet of ordonnantie.
  • In bepaalde gevallen kan een onderscheid worden gerechtvaardigd door specifieke rechtvaardigingsgronden. Bijvoorbeeld: op het vlak van de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid vormt een direct onderscheid op basis van leeftijd geen discriminatie wanneer leeftijdscriteria worden gebruikt in actuariële berekeningen, op voorwaarde dat het niet leidt tot discriminatie op grond van geslacht. 

4 x ja = discriminatie!

Discriminatie melden

Voel je je gediscrimineerd of ben je getuige van discriminatie? Doe online je melding of bel gratis 0800 12 800 op werkdagen tussen 9.30 en 13 uur.