Ga verder naar de inhoud

Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik, 25 februari 2025

2 personen en Unia stellen een stakingsvordering in tegen de stad Doornik. Ze vinden dat het aanleggen van een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug die niet toegankelijk is voor personen met een beperkte mobiliteit, neerkomt op het weigeren van redelijke aanpassingen. Maar volgens de rechtbank van eerste aanleg overschrijdt de gevraagde aanpassing de grenzen van de redelijkheid.

Gepubliceerd op: 25/02/2025
Domeinen: Activiteit voor het grote publiek (economisch, sociaal, cultureel of politiek), Goederen en diensten
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van handicap (validisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Weigeren redelijke aanpassingen
Rechtsmacht: Rechtbank van eerste aanleg
Rechtsgebied: Henegouwen
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten  

Het Waals Gewest is eigenaar van een voetgangersbrug over de Schelde in Doornik. De brug dateert uit de jaren 1960 en moet vervangen worden door een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug. Daarbij stellen zich een aantal technische beperkingen. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om te werken met een hefconstructie. De Stad Doornik kreeg van het Waals Gewest een duidelijk omschreven mandaat om de werken uit te voeren. Het schrapte omwille van die technische beperkingen de voorwaarde in het lastenboek dat de brug toegankelijk moet zijn voor personen met een beperkte mobiliteit.

2 personen stelden samen met Unia een stakingsvordering in. Ze vonden dat het vernieuwen van de voetgangersbrug discriminatie inhield op basis van het beschermd kenmerk handicap. De brug was namelijk niet toegankelijk voor mensen met een handicap.

Beslissing 

Is het decreet van het Waals Gewest van 6 november 2008 van toepassing?

In eerste instantie gaat de rechtbank van eerste aanleg na of het decreet van het Waals Gewest van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie van toepassing is. Volgens de rechtbank van eerste aanleg is dat niet het geval.

De constructie van een voetgangers- en fietsersbrug valt volgens de rechtbank van eerste aanleg niet onder het toepassingsgebied van het decreet. Het decreet geldt voor werkgelegenheid, economisch beleid en beroepsopleiding, maar niet voor urbanisme en inrichting van de publieke ruimte.

Het gaat volgens de rechtbank van eerste aanleg ook niet om de toegang tot en het verstrekken van goederen en diensten die ter beschikking van het publiek staan, want de stad Doornik zal geen geld vragen voor het gebruik van de voetgangers- en fietsersbrug en zal er geen economische activiteit uitoefenen.

Ten slotte gaat het volgens de rechtbank van eerste aanleg ook niet om de toegang tot een sociale of culturele activiteit (er zou sprake zijn van het integreren van een kunstwerk in de voetgangers- en fietsersbrug), want het gaat niet om de toegang tot een theater, museum, bibliotheek …

Betreft het een redelijke aanpassing?

In tweede instantie gaat de rechtbank van eerste aanleg na of er sprake is van een redelijke aanpassing. Volgens de rechtbank van eerste aanleg is ook dat niet het geval.

De stad Doornik moet rekening houden met een aantal technische beperkingen. Daardoor is enkel een helling mogelijk. Maar een dergelijke helling zou, gelet op de reglementair vereiste hellingsgraad, een grote impact hebben op de omgeving. Ze zou hinderlijk zijn voor andere gebruikers en het uitzicht belemmeren. Bovendien zijn er alternatieven voorhanden om aan de andere kant van de Schelde te geraken.

De rechtbank van eerste aanleg besluit dan ook dat de gevraagde aanpassing niet redelijk is en wijst de stakingsvordering af.

Unia was betrokken partij.

Afgekort: Rb. Henegouwen, afd. Doornik, 25-2-2025 – rolnummer 24/10/C

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?