Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Hoei, 9 oktober 2023
De arbeidsrechtbank oordeelt in dit vonnis dat het ontslag van een bewakingsagent van Maghrebijnse origine niet discriminatoir was, maar wel samenhing met het slechte functioneren van de man.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Een man van Maghrebijns origine werkte als bewakingsagent. Er waren tal van klachten over zijn functioneren. De man werd uiteindelijk ontslagen en meende dat het ontslag discriminatoir was (op grond van zijn nationale of etnische afstamming).
Beslissing
Volgens de arbeidsrechtbank kunnen werknemers van Maghrebijnse origine opgedeeld worden in 3 categorieën:
- Werknemers die gekwalificeerd zijn voor het werk dat ze uitvoeren.
- Werknemers die objectief gezien niet gekwalificeerd zijn voor het werk dat ze uitvoeren.
- Werknemers die worden beschouwd als niet gekwalificeerd voor het werk dat ze uitvoeren op grond van het feit dat ze drager zijn van een beschermd kenmerk.
Enkel de werknemers die tot de 3e categorie behoren kunnen een beroep doen op de antidiscriminatiewet.
De arbeidsrechtbank oordeelde dat het ontslag niet discriminatoir was. Uit geen enkel stuk bleek dat er sprake was van een racistische houding tegenover de man. Het bedrijf had ook verschillende getuigenissen van werknemers van buitenlandse origine die bevestigden dat er geen racistisch klimaat heerste in het bedrijf. Ook het feit dat een werknemer bekritiseerd werd voor het werk dat hij leverde, kan niet worden beschouwd als een vorm van racisme. Het ontslag was niet discriminatoir, maar volledig gebaseerd op de houding van de man en het feit dat hij niet gekwalificeerd was voor het werk dat hij uitvoerde.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arb.rb. Luik, afd. Hoei 13-04-2023 – rolnummer 22/167/A