Ga verder naar de inhoud

Hof van Justitie van de Europese Unie, 20 april 2023

Richtlijn 2000/78 verzet zich niet tegen een nationale regeling die, teneinde de pensioenregeling voor ambtenaren geleidelijk op de algemene pensioenregeling af te stemmen, bepaalt dat het bedrag van het ouderdomspensioen van een categorie ambtenaren voor het eerst wordt aangepast met ingang van het tweede kalenderjaar na het ontstaan van het recht op pensioen, terwijl die aanpassing voor een andere categorie ambtenaren plaatsvindt vanaf het eerste kalenderjaar na het ontstaan van dat recht.

Gepubliceerd op: 20/04/2023
Domeinen: Sociale bescherming
Beschermde kenmerken: Leeftijdsdiscriminatie (agisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rechtsgebied: Europese Unie
Unia (burgerlijke) partij: neen

BF tegen Versicherungsanstalt öffentlich Bediensteter, Eisenbahnen und Bergbau (BVAEB) (C-52/22)

Feiten

(…) moet worden vastgesteld dat die rechter met zijn vraag in essentie wenst te vernemen of artikel 2, lid 1 en lid 2, onder a) en b), en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2000/78 aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling die, teneinde de pensioenregeling voor ambtenaren geleidelijk op de algemene pensioenregeling af te stemmen, bepaalt dat het bedrag van het ouderdomspensioen van een categorie ambtenaren voor het eerst wordt aangepast met ingang van het 2e kalenderjaar na het ontstaan van het recht op pensioen, terwijl die aanpassing voor een andere categorie ambtenaren plaatsvindt vanaf het 1e kalenderjaar na het ontstaan van dat recht.

Beslissing

Gelet op een en ander moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat artikel 2, lid 1 en lid 2, onder a) en b), en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2000/78 aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling die, teneinde de pensioenregeling voor ambtenaren geleidelijk op de algemene pensioenregeling af te stemmen, bepaalt dat het bedrag van het ouderdomspensioen van een categorie ambtenaren voor het eerst wordt aangepast met ingang van het tweede kalenderjaar na het ontstaan van het recht op pensioen, terwijl die aanpassing voor een andere categorie ambtenaren plaatsvindt vanaf het eerste kalenderjaar na het ontstaan van dat recht.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: EU-HvJ, BF tegen Versicherungsanstalt öffentlich Bediensteter, Eisenbahnen und Bergbau (BVAEB), 20/4/2023 – Rolnummer C-52/22

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?