Positieve acties kunnen de arbeidspositie van sommige groepen versterken

7 mei 2018
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: RacismeHandicap

Tijdens een studiedag in Brussel kaarten Unia en het Minderhedenforum aan dat positieve acties opgenomen zijn in de antidiscriminatiewetgeving, maar dat ze zonder een Koninklijk Besluit niet in werking kunnen treden. Positieve acties kunnen de arbeidspositie van sommige groepen versterken. Zo wordt de werkvloer ook echt een afspiegeling van de samenleving. Unia is tevreden dat federaal vicepremier en minister van Werk Kris Peeters de schouders wil zetten onder een ontwerp van Koninklijk Besluit.

“Er zijn bedrijven die constateren dat ze genoeg gepraat hebben over diversiteit, en nu vinden dat het hoog tijd is voor concrete acties. Die bedrijven willen tijdelijk bij aanwervingen of stages extra kansen bieden aan groepen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, zoals personen met een handicap of met migratieachtergrond. Probleem is dat ze dit strikt juridisch niet mogen. Om die bedrijven uit een grijze zone te halen, is een Koninklijk Besluit nodig ,” vertelt Unia-directeur Els Keytsman. “We krijgen hierover regelmatig vragen van bedrijven die willen weten of ze een positieve actie-maatregel mogen toepassen. Hopelijk kunnen we hen in de nabije toekomst wél positief adviseren.”

Unia onderlijnt dat het dus gaat over groepen waarvan objectief kan worden aangetoond dat ze ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt. “Er is zoveel bewijs verzameld dat sommige groepen telkens weer naast een job grijpen, dat positieve acties geoorloofd zijn. Dankzij die maatregelen krijgen die groepen een duwtje in de rug, zodat ze gelijk aan de start komen.”

Brede waaier

Unia stelt een brede waaier van maatregelen voor die vallen onder het begrip ‘positieve acties’. “Wervingscampagnes met taal -en beeldgebruik voor specifieke groepen. Werkgevers die een deel van hun stageplaatsen of vakantiejobs voorbehouden aan doelgroepen. Of werken met streefcijfers die gehaald moeten worden. Dat laatste is trouwens iets wat we in België heel gewoon vinden bij jobs bij de overheid. Daar tellen we bijvoorbeeld ook hoeveel medewerkers er Frans of Nederlands spreken.”  

Publieke en private sector

Voor de verdere concrete uitwerking pleit Unia ervoor dat er een verschil wordt gemaakt tussen de overheid en private sector. De overheid heeft een voorbeeldfunctie en moet dus sneller sterkere maatregelen moet invoeren, zoals quota voor personen met een handicap. Hoewel de overheid vandaag al werkt met streefcijfers en actieplannen, is het vreemd dat uit recente cijfers blijkt dat de tewerkstelling van personen met een handicap bij de federale overheidsdiensten daalt. Daar moet dus dringend een tand bijgestoken worden. Binnen de overheidsdiensten zouden alle departementen, en voor alle functieniveaus quota moeten gelden, én behaald worden. Daar zijn we vandaag nog lang niet.

Voor de private sector vraagt Unia op het niveau van de paritaire comités streefcijfers met duidelijke actieplannen die bepalen hoe die streefcijfers kunnen worden behaald. Als na een paar jaar blijkt dat deze niet worden behaald, moet ook daar een dwingender kader worden ingevoerd.

De mogelijkheid om met positieve acties werken, bestaat al 10 jaar op papier. “In 2007 werd het opgenomen in de antidiscriminatiewetgeving. Het wordt hoog tijd dat de regering in een Koninklijk Besluit vastlegt voor welke doelgroepen, sectoren en periode positieve acties mogelijk zijn, en aan welke randvoorwaarden ze moeten voldoen.”

Keytsman zegt ten slotte “dat België verandert en de werkvloer mee moet veranderen. Dat moet gebeuren op een doordachte manier. Positieve acties die beantwoorden aan strikte regels zijn een manier om die verandering mee teweeg te brengen en de diversiteit te vergroten. “  

Wablief ?

POSITIEVE ACTIE IS GEEN POSITIEVE DISCRIMINATIE

Bij positieve discriminatie moet een kandidaat voor een bepaalde functie niet aan dezelfde professionele vereisten voldoen dan de andere kandidaten. Positieve discriminatie is verboden. Voorrang geven aan kandidaten uit ondervertegenwoordigde doelgroepen is énkel mogelijk bij gelijke kwalificatie en alleen indien het niet automatisch of onvoorwaardelijk gebeurt. Een voorrangsregeling moet altijd een objectieve beoordeling van de kandidaten inhouden die toelaat rekening te houden met hun individuele situatie. Verdergaande maatregelen acht het Europese Hof van Justitie onaanvaardbaar.