Naar een Inclusief Onderwijssysteem in België: inspiratie en voorbeelden (2019)
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen om onze scholen inclusief te maken? Dit rapport geeft een antwoord op die vraag.
Het zoomt in op het belang van een coherente en langetermijnvisie, de opleiding van personeel, de toewijzing van begrotingsmiddelen en de organisatie van de overgang.
Daarnaast inspireert dit rapport de overheid met een resem goede voorbeelden van scholen waar inclusief wordt gewerkt. We onderstrepen tegelijk de internationale verplichtingen over inclusief onderwijs en gaan de bestaande tegenstrijdigheden niet uit de weg. Zo verhelderen we wat inclusief precies betekent en gaan we verder dan de kloof tussen gewoon en gespecialiseerd onderwijs.
Inclusief onderwijs betekent een nieuw en eengemaakt systeem dat gewoon en buitengewoon onderwijs verenigt. Om er kwalitatief hoogstaande scholen van te maken hebben we de schouders van de overheid nodig samen met het engagement van alle leerkrachten, experten, politieke leiders, ouders, en leerlingen met of zonder handicap.
Vandaag laaien de gemoederen hoog op over het M-Decreet in Vlaanderen, het Pacte d’Excellence in de Franse Gemeenschap en het Förderdekret in de Duitstalige Gemeenschap. Tegelijk is er in die drie gemeenschappen een tekort aan ondersteuning. Scholen, leerkrachten en gezinnen willen meer ondersteuning en structurele maatregelen om kwaliteitsvol inclusief onderwijs mogelijk te maken. Niet alleen voor leerlingen met een handicap, maar voor alle leerlingen.
Hoe evolueert ons huidige onderwijs? Kunnen we ons scholen voorstellen waarin elke leerling met een handicap het onderwijstraject kan kiezen zonder bergen te moeten verzetten? En zonder afgezonderd te worden van de leerlingen “zonder handicap”?
Artikel 24 van het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap bindt er geen doekjes om: inclusief onderwijs is veel meer dan een optie. Het is een recht en een verplichting. Unia is verantwoordelijk voor het bevorderen van de implementatie van dit recht.
Vergelijkbare publicaties
COVID-19: een test voor de mensenrechten - tweede rapport (2021)

Unia volgt de aanpak van de coronapandemie op de voet. Die aanpak heeft immers nauwe banden met de antidiscriminatiewetgeving, de bescherming van minderheden, de inclusie van iedereen en dus ook de meest kwetsbaren onder ons en uiteraard de toegang tot en de daadwerkelijke uitoefening van mensenrechten voor iedereen. Het is vanuit deze invalshoek dat wij, als nationale mensenrechteninstelling en gelijkheidsorgaan, een tweede editie van het rapport ‘COVID-19: een test voor de mensenrechten’ (november 2021) publiceren.
Jaarverslag 2020: kwetsbare mensenrechten in crisistijden
Ook in een buitengewoon jaar zette Unia zich in voor mensenrechten en gelijkheid. De coronapandemie werkte als een vergrootglas. Wie zich al in een kwetsbare positie bevond, werd vaak het eerst of het hardst getroffen door Covid-19 of de maatregelen.
Jaarverslag 2017: Stilstand is geen optie
2017 was een rumoerig jaar. De debatten rond de thema’s van Unia waren levendig, maar zorgden ook voor vooruitgang in de strijd tegen discriminatie. Zo werd in Brussel in 2017 een ordonnantie goedgekeurd die praktijktesten tegen arbeidsdiscriminatie toelaat. De federale regering volgde, iets voorzichtiger, begin 2018.
Jaarverslag 2016
Nooit eerder behandelden we zoveel discriminatiedossiers als in 2016. Tegen een achtergrond van polarisering, polemiek in het maatschappelijke debat, oppervlakkige tweets, ‘alternatieve feiten’ en een sterk stijgende werkdruk, blijft Unia werken aan oplossingen die leiden tot een meer inclusieve samenleving.