Woordenlijst inclusieve communicatie

Taal telt. Zeker als je inclusief wil communiceren. Welke woorden kan je wel gebruiken? Welke zijn verouderd of welke kunnen zeker niet (meer) voor de thema’s racisme, handicap en seksuele oriëntatie? Unia helpt je met algemene tips en met een woordenlijst inclusieve communicatie.

Waarop letten bij je woordkeuze rond het thema racisme?

  • Zorg dat het duidelijk is waarom je een kleur benoemt als je dat doet.
  • Vraag de personen eventueel zelf hoe ze genoemd wil worden.
  • Wees zo concreet mogelijk als je details geeft: de minister van Marokkaanse origine (in plaats van met een migratieachtergrond), een Nigeriaanse werknemer (in plaats van een Afrikaan), een Taiwanese turnster (in plaats van Aziatische turnster) … Vermeld dit alleen als het ertoe doet voor het onderwerp.

Waarop letten bij je woordkeuze rond het thema handicap?

  • Reduceer mensen niet tot hun handicap. Dit is maar een element van de persoon die ze zijn. De handicap heeft veeleer te maken met de maatschappij die niet aangepast is.
  • Weet dat je zowel handicap als beperking kan gebruiken. De meningen zijn een beetje verdeeld, maar beide termen kunnen. Officieel wordt 'personen met een handicap' gebruikt als het gaat over erkenningen en in het VN-Verdrag ('VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap').
  • Let op dat je personen met een handicap niet voorstelt alsof ze altijd gebukt gaan onder hun handicap: bv ‘lijden’, ‘rolstoelpatiënt’ enz.

Waarop letten bij je woordkeuze rond het thema seksuele oriëntatie?

1. Gebruik hij/hem/zijn om naar mannen te verwijzen, zij/haar/haar voor vrouwen. Genderneutraal communiceren doe je door die/hen/hun te gebruiken. Ook non-binaire personen gebruiken die voornaamwoorden vaak zelf. Zo werkt het in de praktijk:

  • Je gebruikt die in plaats van hij of zij. Bijvoorbeeld: Senne werkt op de dienst communicatie. Die is de community manager.
  • Je gebruikt hen in plaats van hem of haar. Bijvoorbeeld: zeg je Noa dat ik op zoek ben naar hen?
  • Je gebruikt hun in plaats van zijn of haar. Bijvoorbeeld: Alex moet hun eigen keuze maken!

2. Ga bij een transgender persoon na welke voornaam je contactpersoon verkiest. Verwijs niet automatisch naar de geboortenaam (de zogenaamde deadname) en het geboortegeslacht.

3. Spreek een groep niet aan met 'beste mannen en vrouwen', maar met 'beste mensen', 'welkom allemaal' of 'geachte lezer'.

4. Gebruik in vacatures m/v/x of x/v/m.

Welke woorden wel en welke woorden niet?

In de tabel onderaan vind je de woordenlijst inclusieve communicatie met de termen die wel en niet gebruikt kunnen worden voor racisme, handicap en seksuele oriëntatie. Hou wel rekening met deze 5 opmerkingen:

1. Taal is altijd in beweging. Weet dat deze woordenlijst is opgesteld in de zomer van 2023 en ten laatste in de zomer van 2024 wordt herzien.

2. De woordenlijst is zeker niet volledig. We willen een aanzet geven en vullen de lijst aan waar nodig.

3. De woordenlijst is bedoeld voor Nederlandstalig België en houdt rekening met de gevoeligheden die daar leven.

4. De woordenlijst kwam tot stand door ervaringen uit te wisselen en te putten uit andere bronnen. Denk onder meer aan:

5. Opmerkingen of tips? Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar webmaster@unia.be

Zeg wel

Zeg niet

Toelichting

RACISME

zwart persoon

NIET: n-woord, niet-wit 

Omdat niet iedere persoon van kleur zwart is, is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen zwarte personen en personen van kleur. De ervaring, beleving, geschiedenis en maatschappelijke positie van deze personen is namelijk vaak wezenlijk anders. 

persoon van kleur

NIET: niet-wit

We gebruiken deze term voor mensen van kleur die niet wit of zwart zijn. Zo benadrukken we dat de ervaring, beleving, geschiedenis en maatschappelijke positie van deze personen vaak wezenlijk anders is.

witte persoon

NIET: blank

Wit roept het minst discussie op. Het is ook veel neutraler dan blank dat een negatieve en koloniale connotatie heeft.

metis, mixed (of gemengd etnische achtergrond), multi-etnisch, pluricultureel of meerkleurig

NIET: mulat, bicultureel, dubbelbloed, halfbloed, gemengd ras, intercultureel, interraciaal

De oude termen zijn respectloos en vaak gepolitiseerd. Door de nieuwe termen te gebruiken vermijden we de geladenheid.  

persoon met een migratieachtergrond

NIET: allochtoon, vreemde, vreemdeling

De nieuwe termen hebben de negatieve connotatie niet die de oude termen wel hebben.

mensen van kleur, zwarte/witte mensen

NIET: zwarten, bruinen, witten, kleurlingen

We gebruiken termen die de persoon centraal stellen.

illegaal geld - onbetaald rijden - somber zijn enz.

NIET: zwartgeld - zwartrijden - zwartkijken enz.

Door zwart niet voor een negatieve gebeurtenis of criminele activiteit te gebruiken, kan je de directe link met zwart als huidskleur doorbreken.

Europees, Noord-Amerikaans, Noord-Afrikaans, enz. (correcte geografische termen)

NIET: westers en niet-westers

We kiezen voor de correcte geografische termen. Westers en niet-westers impliceren dat je nog altijd het westen als referentie ziet.

Zuidwest-Azië

NIET: Midden-Oosten

We gebruiken de namen van continenten omdat dit meer neutraal is. Door het gebruik van 'Ver', 'Midden' en 'Nabij' blijven we uitgaan van het Westen als referentie.

Sub-Saharaans Afrika

NIET: zwart Afrika

Zwart Afrika refereert naar koloniaal racisme. Bovendien leven in dit deel van het Afrikaanse continent ook witte personen en personen van kleur.

Roma, woonwagenbewoners, Manoesj, Sinti, Voyageurs

NIET: zigeuners, gipsy, Gitanes, Tsiganes

Sommigen noemen zich zigeuners, gipsy, Gitanes of Tsiganes, maar over het algemeen worden de termen gezien als een scheldwoord of een externe benaming.

Woonwagenbewoner kan wel gebruikt worden, maar is veeleer een administratieve/beleidsmatige term die weinig mensen zelf gebruiken.

Roma verwijst naar Roma als volk en de grootste etnische minderheid in de EU. Er zijn Roma die sedentair zijn (vooral de recente immigratie uit Oost-Europa sinds de jaren 90), een klein deel is ook woonwagenbewoner, sommigen noemen zichzelf Roms, andere Manoesj of Sint. Maar er zijn ook woonwagenbewoners die geen Roma zijn, die zichzelf vaak Voyageurs noemen.

Zeg wel

Zeg niet

Toelichting

HANDICAP

rolstoelgebruiker

NIET: rolstoelpatiënt

persoon met een psychische handicap

NIET: psychiatrisch patiënt, geesteszieke

persoon met een visuele handicap of persoon die slechtziend is

NIET: een blinde

dove of slechthorende persoon

NIET: een dove

persoon met autisme

NIET: een autist

tolk (Vlaamse) gebarentaal

NIET: doventolk, gebarentolk

persoon met een handicap of persoon met een beperking

NIET: een invalide, mindervalide, andersvalide

De oude termen weerspiegelen een achterhaalde visie die een waardeoordeel inhoudt. 

Het middenveld in België is verdeeld over het gebruik van 'handicap' of 'beperking'. Overheidsinstanties spreken vaker over personen met een handicap omdat dit de officiële term is waaraan bepaalde erkenningen gekoppeld zijn. Ook het VN-Verdrag spreekt over personen met een handicap. Daarom gebruikt Unia het woord handicap.

persoon met een motorische of lichamelijke handicap

NIET: een gehandicapte

De handicap of beperking is slechts één aspect van hun identiteit. 

persoon met een verstandelijke handicap

NIET: een gehandicapte, zwakbegaafde

De handicap of beperking is slechts één aspect van hun identiteit. 

persoon met ADHD

NIET: een ADHD'er

mensen met een kleine gestalte

NIET: een dwerg

persoon die doof of slechthorend is

NIET: een doofstomme

mensen met down(syndroom)

NIET: een mongool

Zeg wel

Zeg niet

Toelichting

SEKSUELE ORIËNTATIE

queer (adj.)

Omdat de term politiek geïnterpreteerd kan worden, kan het interessant zijn om de termen soggie of SOGIESC te gebruiken.

SOGGI of SOGIESC

SOGGI is een vertaling van het Engelstalige SOGIESC en verwijst naar  seksuele oriëntaties, geslachten, genderidentiteiten. Het kan een alternatief zijn voor LGBTI+ omdat de term verwijst naar het brede spectrum, zonder telkens letters te moeten toevoegen.

LGBTI+

Deze term is de afkorting voor L van lesbisch, G van gay (homo), B van bi+, T van trans(gender), I van intersekse, + voor andere groepen die niet onder de heteronorm vallen. Het is de overkoepelende term. Als je over een specifieke groep spreekt, dan gebruik je beter de specifieke term. Dus bijvoorbeeld transgender als je het hebt over transgender personen.

seksuele oriëntatie

NIET: seksuele geaardheid

Seksuele geaardheid is verouderd en impliceert dat je seksualiteit of seksuele voorkeur vastligt. Ook in de antidiscriminatiewet wordt ondertussen seksuele oriëntatie gebruikt.

homo, gay, homoseksueel (adj.)

NIET: homofiel

biseksueel (adj.)

intersekse persoon

aseksueel persoon

lesbisch (adj.)

trans vrouw, trans man, trans persoon, transgender persoon

NIET: een transseksueel, een transgender