Arbeidshof Antwerpen, afdeling Hasselt, 27 maart 2023
Een werkgever mag een werknemer ontslaan tijdens of kort na een periode van (langdurige) arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat het motief van het ontslag niet gebaseerd is op discriminerende gronden.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Op 1 januari 2020 trad een vrouw in dienst van een NV als hr-coördinator. Vanaf 19 oktober 2020 was ze arbeidsongeschikt wegens ziekte. Op 4 mei 2021 werd ze ontslagen.
Beslissing
Het arbeidshof oordeelde, in navolging van de arbeidsrechtbank, dat de vrouw geen feiten kon aanvoeren die deden vermoeden dat ze werd ontslagen omwille van haar gezondheidstoestand. Het ontslag situeerde zich in een periode van arbeidsongeschiktheid, maar dat volstond niet als een feit dat discriminatie deed vermoeden. Niets belet, aldus het arbeidshof, een werkgever immers om een werknemer te ontslaan tijdens of kort na een periode van (langdurige) arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat het motief van het ontslag niet gebaseerd is op discriminerende gronden.
Het arbeidshof kende wel een vergoeding toe wegens kennelijk onredelijk ontslag.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Antwerpen, afd. Hasselt, 27-03-2023