Arbeidshof Bergen, 15 maart 2024
Een internationale organisatie ontslaat een vrouw na meer dan twee jaar afwezigheid wegens ziekte (volgend op ongepast gedrag van haar hiërarchische verantwoordelijke). Het arbeidshof kent een schadevergoeding tot voor ongewenst seksueel gedrag op het werk, niet respecteren van de welzijnswet, misbruik van het ontslagrecht en discriminatie op basis van de gezondheidstoestand.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen, 19 december 2022]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Op 8 mei 2017 trad een vrouw in dienst van een internationale organisatie. Op 20 juni 2017 bracht ze een collega op de hoogte van het ongepaste gedrag van haar hiërarchische verantwoordelijke tijdens een dienstreis. De vrouw werd werkonbekwaam op 19 juli 2017. Ze diende vervolgens een formele klacht in bij de preventieadviseur en bij de arbeidsinspectie. De werkgever startte een re-integratietraject op. Volgens de arbeidsarts kon de vrouw het werk hervatten op voorwaarde dat ze in een ander departement zou worden tewerkgesteld. Op 5 maart 2020 werd de vrouw toch ontslagen nadat de werkgever in een rapport had vastgesteld dat een re-integratie niet mogelijk was.
De arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen, kende in een vonnis van 19 december 2022, een schadevergoeding toe aan de vrouw voor discriminatie op basis van haar gezondheidstoestand en voor misbruik van het ontslagrecht.
Beslissing
Volgens het arbeidshof was er sprake van ongewenst seksueel gedrag op het werk (artikel 32ter, 1e lid, 3° Welzijnswet). Op basis van artikel 1384, 3e lid oud Burgerlijk Wetboek (= objectieven aansprakelijkheid van de werkgever) werd de internationale organisatie veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van zes maanden brutoloon aan de vrouw.
De internationale organisatie had volgens het arbeidshof onvoldoende ondernomen om het welzijn van haar werknemers bij de uitvoering van het werk te bevorderen (artikel 5 Welzijnswet). Hiervoor, en voor het misbruik van het ontslagrecht, kreeg de vrouw een schadevergoeding van 10.000 euro.
Een werknemer die een verzoek indient tot een formele psychosociale interventie voor feiten van geweld of pesterijen op het werk wordt beschermd tegen ontslag (artikel 32terdecies Welzijnswet). Volgens het arbeidshof kon de vrouw evenwel niet aantonen dat het ontslag verband hield met haar verzoek tot een formele psychosociale interventie. Ze kon daarom geen aanspraak maken op een schadevergoeding voor het niet respecteren van de bescherming tegen ontslag.
Ten slotte bevestigde het arbeidshof dat de vrouw werd gediscrimineerd op basis van haar gezondheidstoestand en recht had op een schadevergoeding van zes maanden brutoloon.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Bergen, 15-3-2024 – rolnummer 2023/AM/90