Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, 16 maart 2006
Een sollicitant van Marokkaanse origine zou na het vermelden van zijn naam te horen hebben gekregen dat een vacature voor meubelmonteerder reeds ingenomen was. Zijn vriend die onder een typisch Belgische naam belde, zou wel onmiddellijk een afspraak hebben gekregen voor een sollicitatiegesprek.
[Hoger beroep: Arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen 23 februari 2007 en Arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen, 25 juni 2008]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Een sollicitant van Marokkaanse origine zou na het vermelden van zijn naam te horen hebben gekregen dat een vacature voor meubelmonteerder reeds ingenomen was. Zijn vriend die onder een typisch Belgische naam belde, zou wel onmiddellijk een afspraak hebben gekregen voor een sollicitatiegesprek. Een jobconsulent luisterde mee naar deze telefoongesprekken. De zaakvoerder bevestigde hem nadien dat de vacature nog niet ingevuld was. Voor de arbeidsrechtbank werden de uitreksels van een telefoonrekening voorgelegd die de exacte tijdstippen aantoonden waarop de telefoongesprekken gevoerd werden, evenals de getuigenis van de jobconsulent en de bevestiging van de VDAB dat de vacature op deze datum nog steeds openstond.
Beslissing
De voorzitter van de arbeidsrechtbank oordeelde dat loutere telefoongesprekken die worden bevestigd door een derde waarvan de geloofwaardigheid door verwerende partij ernstig in het gedrang worden gebracht, onvoldoende sterk en pertinent zijn om te dienen als feiten die de bewijslast doen verschuiven naar de zaakvoerder.