Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 5 december 2011
Een man organiseert een congres waarop er ook muziekoptredens zijn en hij de aanwezigen toespreekt. 2 televisieploegen maken beelden die worden uitgezonden door de openbare omroep. De politie maakt een analyse van de inhoud van de toespraak en besluit dat het degelijk gaat om aanzetten tot haat of geweld.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Uit het rapport blijkt dat beklaagde onder meer de volgende uitspraken doet:
- "Meisjes worden door vreemdelingenbendes verkracht en geschoffeerd ..."
- "Onze arbeiders, jong en oud, worden geminacht en vernederd. Door vreemde elites worden ze in het gezicht gespuwd. Wie krijgt de jobs, kameraden? Wie krijgt het geld? Wie krijgt er sociale woningen? Wie krijgt sociale hulp? Wie wordt er in dit land royaal bedeeld en behandeld? De immigrant, de illegaal ..."
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 20, 4° antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 250, 4° Strafwetboek).
Beslissing
De correctionele rechtbank toetst de bewoordingen aan het recht op de vrijheid van meningsuiting en besluit dat er wel degelijk een inbreuk gepleegd is op artikel 20, 4° van de wet van 30 juli 1981.
De beklaagde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maand (met 3 jaar uitstel) en een geldboete van 550 euro.
Unia was betrokken partij.