Correctionele rechtbank Brussel (Franstalig), 2 december 2024
Een man wordt veroordeeld voor slagen en verwondingen, met homofoob motief, en voor seksisme. Hij had het slachtoffer uitgescholden en zwaar toegetakeld in de Brusselse homowijk, nadat het slachtoffer met enkele vrienden terugkeerde van een optreden als dragqueen.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
In juni 2022 werd het slachtoffer in de Brusselse homowijk zwaar toegetakeld door een dronken man. Het slachtoffer kwam, samen met 3 vrienden, met een taxi terug van een optreden in een cabaret en was nog gekostumeerd en gemaquileerd. De vrienden waren duidelijk zichtbaar "queer" gekleed. Nadat ze samen uit de taxi waren gestapt, werden ze benaderd door een man die het slachtoffer aansprak met “sale pute” ("vuile hoer"). Het slachtoffer wilde vervolgens een vriend beschermen en duwde de agressor opzij. Daarna werd het slachtoffer met geweld in het gezicht geslagen door de man, gevolgd door nog meer slagen. Toen de politie ter plaatse kwam, bleef de man beledigingen uiten zoals “sales lesbiennes” ("vuile lesbiennes)" en “sales pd” ("vuile homo's").
Tijdens zijn verhoor zei de beklaagde dat het slachtoffer hem had aangeraakt, dat hij het slachtoffer vervolgens had geduwd en dat hij daarna werd aangevallen door de vrienden van het slachtoffer. Dat verklaarde zijn reactie. Hij ontkende dat hij homofobe beledigingen had geuit.
[Goed om te weten: de beklaagde werd ook nog vervolgd voor feiten van slagen en verwondingen die in juni 2023 werden gepleegd in een zonnestudio. Deze feiten blijven buiten beschouwing in deze samenvatting.]
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor de volgende tenlasteleggingen:
- Slagen en verwondingen met meer dan 4 maanden arbeidsongeschiktheid tot gevolg (artikel 392, 398 en 400 Sw.) gepleegd vanuit een discriminerende drijfveer (artikel 405quater Sw.).
- Seksisme (artikel 2 Seksismewet).
Beslissing
De feiten werden door verschillende getuigen bevestigd. De correctionele rechtbank kende geen geloofwaardigheid toe aan de verklaringen van de beklaagde die werden tegengesproken door de verschillende getuigen.
De correctionele rechtbank oordeelde dat de discriminerende drijfveer bij de slagen en verwondingen was aangetoond. Daarbij verwees de correctionele rechtbank ook naar de timing: de betrokkenen waren nauwelijks uitgestapt uit de taxi toen ze agressief werden benaderd door de beklaagde. Uit het gedrag en de uitlatingen (“sale pute”) van de beklaagde leidde de correctionele rechtbank een inbreuk af op de Seksismewet.
De beklaagde werd voor alle feiten samen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar, met probatie-uitstel gedurende 4 jaar.
Het slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 8.952,71 euro. Unia en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen ontvingen een schadevergoeding van respectievelijk 500 euro en 1 euro.
Aandachtspunt
In het vonnis onderstreept de correctionele rechtbank "dat het onaanvaardbaar is dat mensen zich onveilig voelen in de openbare ruimte vanwege hun gender, seksuele oriëntatie of genderexpressie".
Unia en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen waren betrokken partij.
Afgekort: Corr. Brussel (Fr.), 2-12-2024 -rolnummer 23F005985