Correctionele rechtbank Leuven, 14 juli 2020
Een man heeft allerlei nazisymbolen aangebracht op en rond zijn huis. Hij heeft ook pamfletten uitgedeeld waaruit zijn haat blijkt ten aanzien van de Joodse gemeenschap. Hij wordt vervolgd op grond van de wet op het negationisme en het aanzetten tot haat.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Een man had zijn huis versierd met hakenkruizen, vlaggen en andere nazisymbolen. Aan een boom en aan zijn brievenbus hingen antisemitische boodschappen. Al deze zaken waren zichtbaar vanaf de openbare weg, in een woonwijk waar ook kinderen wonen. Het “nazi-huis in Keerbergen” kwam meermaals in de media en de bewoner poseerde ook voor een interview terwijl hij de Hitlergroet bracht.
Unia was burgerlijke partij in de zaak.
Juridische kwalificatie
De beklaagde werd vervolgd voor:
- Aanzetten tot discriminatie, segregatie, haat of geweld (artikel 20 Antiracismewet).
- Negationisme (artikel 1 Negationismewet).
Beslissing
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van het aanzettingsmisdrijf en van negationisme en veroordeelde de beklaagde tot een jaar gevangenisstraf en een boete van 800 euro. Alle nazisymbolen en dergelijke moesten ook worden verwijderd.
Unia kreeg een schadevergoeding van 500 euro.
Aandachtspunten
De rechtbank oordeelde dat het onderschrijven van de nazi-ideologie door het tonen van symbolen of het brengen van een Hitlergroet en het verspreiden van antisemitische boodschappen een vorm van goedkeuring is van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog is gepleegd, zelfs wanneer de beklaagde heeft verklaard dat hij het bestaan van de genocide erkent en afekeurt. Dit verband tussen de goedkeuring van de nazi-ideologie en genocide is een interessante evolutie in de toepassing van de Negationismewet van 1995.
Bij de beoordeling van de op te leggen straf baseerde de rechter zich met name op de bevindingen van een maatschappelijk onderzoek uitgevoerd door een justitieassistent. Hieruit bleek dat de beklaagde geen berouw toonde voor zijn daden en dat hij zich graag extreem en provocerend opstelde. Ook zijn vrouw verklaarde dat hij zijn wandaden zou voortzetten als hem geen duidelijk verbod zouden worden opgelegd.
In het jaarverslag van 2019 bekritiseerde Unia het steeds frequentere gebruik van nazisymbolen op sociale netwerken en in de openbare ruimte.
Dit vonnis is ook een gelegenheid om erop te wijzen dat lokale overheden het politiereglement kunnen aanpassen om dit soort praktijken te bestraffen.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: Corr.rb.Leuven, 14-07-2020