Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 25 september 1995
Wanneer het niet duidelijk is dat de weigering van het verhuren van een motorfiets is ingegeven door de buitenlandse herkomst van de kandidaat-huurder, moet de twijfel in het voordeel van de beschuldigde spelen.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Gepubliceerd op: 25/09/1995
Domeinen: Goederen en diensten
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (strafrechtelijk), Discriminatie in domein aanbieden goederen en diensten
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: West-Vlaanderen
Unia (burgerlijke) partij: ja
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Rassendiscriminatie bedrijven bij het leveren of het aanbieden van levering van een goed of dienst (artikel 2 antiracismewet 1981 – thans artikel 254 Strafwetboek).
Beslissing
In onderhavig geval ligt de reden van de weigering van de verhuring niet in het feit dat de klant Turks begon te spreken, maar wel in de ongerustheid die zich van de verhuurster meester maakte. Dergelijke vrees is uiteraard subjectief en was misschien niet gegrond, maar kan niet als een opzettelijke vorm van discriminatie beschouwd worden.