Ga verder naar de inhoud

Correctionele rechtbank Limburg, afdeling Hasselt, 24 april 2001

Op 10 oktober 1999 werd het slachtoffer de toegang tot een dancing geweigerd. Officieel mocht hij niet binnen omdat hij niet over een lidkaart beschikte, maar het slachtoffer vermoedde dat de weigering ingegeven was door racistische motieven en diende dan ook klacht in.

[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 08/05/2001
Domeinen: Goederen en diensten, Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (strafrechtelijk), Discriminatie in domein aanbieden goederen en diensten
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Limburg
Unia (burgerlijke) partij: neen

Juridische kwalificatie

Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:

  • Rassendiscriminatie bedrijven bij het leveren of het aanbieden van levering van een goed of dienst (artikel 2 antiracismewet 1981 – thans artikel 254 Strafwetboek).

Beslissing

De correctionele rechtbank heeft de portier vrijgesproken omdat uit een zeer gebrekkig onderzoek niet is gebleken dat de weigering van toegang was ingegeven door zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, origine of nationaliteit. Bovendien kon uit een aanvullend onderzoek niet worden aangetoond dat de eis van een lidmaatschapskaart een bekend trucje was om een racistische houding te verbergen, aangezien de agenten geen onderzoek naar dit punt hadden gedaan door bijvoorbeeld de klanten van de discotheek om hun lidmaatschapskaart te vragen.

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?