Ga verder naar de inhoud

Grondwettelijk Hof, 11 maart 2009

In 2007 werd de antidiscriminatiewetgeving grondig hervormd. Het Grondwettelijk Hof interpreteert in dit arrest (nr. 41/2009) enkele bepalingen uit de antidiscriminatiewet van 2007.

Gepubliceerd op: 11/03/2009
Domeinen: Activiteit voor het grote publiek (economisch, sociaal, cultureel of politiek), Arbeid, Goederen en diensten, Lidmaatschap werkgevers- of werknemersorganisatie, Sociale bescherming, Vermelding in officieel stuk of PV
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing, Discriminatie op basis van seksuele oriëntatie, Discriminatie op basis van handicap (validisme), Leeftijdsdiscriminatie (agisme), Discriminatie op basis van gezondheidstoestand, Discriminatie op basis van fysieke eigenschap, Discriminatie op basis van vermogen, Discriminatie op basis van politieke overtuiging, Discriminatie op basis van sociale toestand of afkomst, Discriminatie op basis van geboorte, Discriminatie op basis van burgerlijke staat, gezinssamenstelling en gezinsverantwoordelijkheid
Rechtsinbreuk(en): Andere
Rechtsmacht: Grondwettelijk Hof
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

In 2007 werd de antidiscriminatiewetgeving grondig hervormd. Bij het Grondwettelijk Hof werd een beroep tot vernietiging ingesteld tegen de artikelen 3; 4, 4°; 7; 8, § 1; 9; 10, § 1; 11; 12 en 43 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.

Beslissing

Het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep tot vernietiging.

Aandachtspunt

Er werden nog andere beroepen tot vernietiging ingesteld. Zie ook: arrest nr. 17/2009 van 12 februari 2009, arrest nr. 39/2009 van 11 maart 2009, arrest nr. 40/2009 van 11 maart 2009 en arrest nr. 64/2009 van 2 april 2009.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: GwH, 11/3/2009, nr. 41/2009.

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?