Grondwettelijk Hof, 12 december 2007

Feiten

In het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie van het Waals Gewest staat dat personen die veroordeeld zijn op grond van de antiracismewet of negationismewet niet verkiesbaar zijn gedurende een periode van 18 jaar. Hetzelfde geldt voor bestuurders van een vereniging die veroordeeld werd op grond van de antiracismewet of negationismewet (art. L4142-1, § 2, 5° en 6°).

Enkele personen vragen het Grondwettelijk Hof om deze bepalingen te vernietigen. Volgens hen wordt een straf ingevoerd waarin het Strafwetboek niet voorziet. En er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen personen die zich kandidaat stellen in het Waals Gewest en personen die zich kandidaat stellen in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Beslissing

Het Grondwettelijk Hof verwerpt de beroepen.

Het Grondwettelijk Hof stelt dat de maatregel geen straf is, maar deel uitmaakt van de kieswetgeving en een preventief karakter heeft. Daarnaast stelt het Grondwettelijk Hof dat de Gewesten over eigen bevoegdheden beschikken. Ze mogen autonoom regels vaststellen en die kunnen verschillend zijn in de 3 Gewesten.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: GwH, 12/12/2007 - Rolnummer 151/2007

Wetgeving:

• Wetboek van het Waals Gewest van de plaatselijke democratie en decentralisatie (22 april 2004)