Ga verder naar de inhoud

Grondwettelijk Hof, 25 september 2025

In Brussel regelt een gezamenlijk decreet en ordonnantie de digitalisering van overheidsinstanties. Het Grondwettelijk Hof interpreteert enkele bepalingen en stelt:

  1. de 3 voorziene niet-digitale alternatieven (een contact ter plaatse, per telefoon en per post) zijn cumulatief en moeten dus alle 3 aangeboden worden door de overheidsinstanties (bovenop de digitale toegang)
  2. eventuele alternatieven voor deze 3 niet-digitale alternatieven moeten niet-digitaal zijn en een gelijkwaardige niveau van dienstverlening waarborgen
  3. de overheidsinstanties mogen niet afzien van deze 3 niet-digitale alternatieven (of gelijkwaardige alternatieven), zelfs niet in het geval dat ze een onevenredige last met zich zouden meebrengen
Gepubliceerd op: 25/09/2025
Domeinen: Goederen en diensten
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van handicap (validisme), Leeftijdsdiscriminatie (agisme), Discriminatie op basis van vermogen, Discriminatie op basis van sociale toestand of afkomst
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie, Indirecte discriminatie
Rechtsmacht: Grondwettelijk Hof
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten

In Brussel regelt een gezamenlijk decreet en ordonnatie de digitalisering van overheidsinstanties. De Brusselse overheidsdiensten kunnen hun diensten in digitale vorm aanbieden, maar ze moeten hun gebruikers minstens een contact ter plaatse, per telefoon en per post aanbieden. Daarnaast kunnen voor deze 3 manieren van niet-digitale dienstverlening alternatieve maatregelen worden ingevoerd, voor zover een niveau van dienstverlening wordt gewaarborgd dat ten minste gelijkwaardig is. Ten slotte kunnen overheidsinstanties afwijken van de vereisten indien ze een onevenredige last voor hen inhouden.

Een aantal organisaties dienden bij het Grondwettelijk Hof een beroep tot vernietiging in (van art. 13, § 1, 2e lid, 2e zin; § 2, 2e lid, 2e zin en § 8) omdat ze van mening waren dat personen die zich met betrekking tot digitale technologie in een kwetsbare situatie bevinden worden gediscrimineerd. 

Ze hadden vragen bij het al dan niet cumulatief zijn van de 3 manieren van niet-digitale dienstverlening, bij de mogelijkheid om alternatieve maatregelen in te voeren voor deze 3 manieren van niet-digitale dienstverlening en bij de bepaling die toelaat om af te wijken van de vereisten indien ze een onevenredige last inhouden.

Beslissing

Het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep, onder voorbehoud van 2 interpretaties.

Niet-digitale dienstverlening

De bestreden bepalingen moeten in die zin moeten worden geïnterpreteerd dat zij een cumulatieve drievoudige niet-digitale dienstverlening waarborgen, op zijn minst door een contact ter plaatse, per telefoon en uitwisselingen per post. 

Het is slechts mogelijk om van die drievoudige waarborg af te wijken voor zover een niveau van dienstverlening wordt gewaarborgd dat ten minste gelijkwaardig is. Integraal gebruik van digitalisering wordt uitgesloten, zodat de afwijkingen niet-digitaal moeten zijn (ambulante bezoeken, gedecentraliseerde posten, enz.). 

Onder voorbehoud dat de afwijkingen van de drievoudige niet-digitale dienstverlening zelf niet-digitaal zijn en voor zover een niveau van dienstverlening wordt gewaarborgd dat ten minste gelijkwaardig is, is er geen discriminatie. 

Onevenredige last

Daarnaast is het Grondwettelijk Hof van oordeel dat, hoewel een overheidsinstantie kan afzien van het nemen van maatregelen van inclusiviteit of toegankelijkheid die een onevenredige last met zich mee zouden brengen, die uitzondering in die zin moet worden geïnterpreteerd dat zij haar niet toestaat af te zien van de drievoudige niet-digitale dienstverlening of van een gelijkwaardige dienstverlening

Unia was betrokken partij.

Afgekort: GwH, 25/9/2025 - Rolnummer 126/2025

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?