Ga verder naar de inhoud

Hof van assisen van de provincie Luik, 6 juni 2024

Het hof van assisen veroordeelt een homoseksuele man voor de moord op een andere homoseksuele man. Het feit dat de dader zelf homoseksueel is, verhindert niet dat hij handelde vanuit een homofoob haatmotief.

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 06/06/2024
Domeinen: Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme, Discriminatie op basis van seksuele oriëntatie
Rechtsinbreuk(en): Haatmisdrijf, Diefstal, Doodslag
Rechtsmacht: Hof van assisen
Rechtsgebied: Luik
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten

In de nacht van 17 op 18 september 2020 werd in Luik een homoseksuele man van Senegalese origine gedood met een vijftiental messteken. Dat gebeurde tijdens een rendez-vous met de verdachte.  De beschuldigde beweerde (zonder dat dit was bewezen) dat hij enkele weken daarvoor was verkracht door het slachtoffer toen hij met het slachtoffer seksuele betrekkingen had met wederzijdse toestemming. De beschuldigde wilde hiervoor wraak nemen en het slachtoffer "angst aanjagen".  Die wraakactie liep volledig uit de hand en resulteerde in de dood van het slachtoffer.

De beschuldigde kon zijn homoseksuele oriëntatie niet aanvaarden. Hij had bijvoorbeeld tatoeages laten aanbrengen met nazisymbolen “om homo’s weg te houden” en hield van zichzelf een bijzonder viriel beeld in stand. Hij was ook bedreven in 'scarificatie' (het opzettelijk aanbrengen van littekens).  

De beschuldigde had samen met een vriend die na de bovenvermelde feiten ter plaatse was gekomen een aantal voorwerpen meegenomen uit het appartement van het slachtoffer. Die vriend stond eveneens terecht voor het hof van assisen.

Naast de familie van het slachtoffer waren Unia, Prisme en Maison Arc-en-Ciel Liège burgerlijke partij in deze zaak.

Juridische kwalificatie

Het openbaar ministerie had de beschuldigden vervolgd voor:

  • Opzettelijke doodslag met voorbedachten rade (moord) met een haatmotief als verzwarende omstandigheid (artikel 392, 393, 394 en 405quater Strafwetboek).
  • Diefstal met geweld of bedreigingen (artkel 461 en 468 Strafwetboek).

Beide beschuldigden werden overigens ook nog vervolgd voor andere losstaande feiten : diefstal met geweld (van een wagen, een smartphone en geld) en verboden wapendracht.

Beslissing

Het hof van assisen verklaarde de beschuldigde schuldig aan moord en diefstal (arrest van 6 juni 2024) en veroordeelde hem tot 30 jaar gevangenisstraf (arrest van 7 juni 2024) . De jury oordeelde dat de moord was ingegeven door racistische en homofobe motieven. De jury vond niet dat de moord met voorbedachte rade was gepleegd. De jury verwierp ook volledig de thesis dat de (onbewezen) verkrachting de aanleiding vormde voor de wraakactie.

De vriend van de beschuldigde werd veroordeeld voor diefstal tot 5 jaar gevangenisstraf met probatie-uitstel voor het gedeelte dat de voorhechtenis overschreed.

Aandachtspunten

De jury merkte op dat het feit dat de beschuldigde zelf homoseksueel is, niet uitsloot dat hij handelde vanuit een homofoob haatmotief: “De verdachte liet zijn volle geweld los op het slachtoffer en hij bracht daarmee zijn afkeer voor zichzelf en voor zijn eigen homoseksualiteit tot uitdrukking (…). Hij vernietigde bij het slachtoffer dat aspect van zichzelf dat hij niet in overeenstemming kon brengen met zijn ideaalbeeld. De verdachte kon zijn eigen homoseksualiteit niet aanvaarden en doodde een man die zijn eigen homoseksualiteit wel volledig kon aanvaarden. Hij wilde op die manier zijn eigen leed overbrengen op het slachtoffer.”

Het hof van assisen bevestigde dat een persoon wel degelijk blijk kan geven van geïnternaliseerde homofobie. Een niet-heteroseksuele persoon kan het sociaal stigma dat met homoseksualiteit gepaard gaat in het diepste van zijn wezen incorporeren. Om hiermee om te gaan kan die persoon verschillende strategieën hanteren zoals het ontkennen van zijn seksuele oriëntatie, het uitsluitend hebben van seksuele betrekkingen onder invloed van drugs of het vertonen van homofoob gedrag via beledigingen en fysiek geweld (zoals hier helaas het geval was). 

Voor meer informatie over geïnternaliseerde homofobie en dit proces, kan de publicatie van Maison-Arc-en-Ciel Liège naar aanleiding van deze uitspraak worden geraadpleegd. 

Unia, Prisme en Maison Arc-en-Ciel Liège waren burgerlijke partij in deze zaak.

Afgekort: Assisen Luik, 6-6-2024 – rolnummer 20L002638

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?