Hof van Cassatie, 10 juni 2024
De persoon met een handicap die onder hetzelfde dak woont als zijn ouders en zijn huishoudelijke zaken hoofdzakelijk samen met hen regelt, woont niet alleen in de zin van het koninklijk besluit betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, ook al is de samenwoning bedoeld om het gebrek aan autonomie van deze persoon te compenseren.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Personen met een handicap kunnen aanspraak maken op een inkomensvervangende tegemoetkoming op grond van de wet betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (artikel 2). De tegemoetkomingen kunnen enkel worden toegekend indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap en het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden vormt bepaalde bedragen niet overschrijden. Met 'huishouden' wordt bedoeld: elke samenwoning van 2 personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graag (artikel 7).
Het koninklijk besluit betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming bepaalt dat er 3 categorieën van personen met een handicap zijn (artikel 4):
- De andere personen met een handicap die niet behoren tot categorie B of C (categorie A).
- De personen met een handicap die alleen wonen (...) (categorie B).
- De personen met een handicap die een huishouden vormen of één of meer kinderen ten laste hebben (categorie C).
Beslissing
De persoon met een handicap die onder hetzelfde dak woont als zijn ouders en zijn huishoudelijke zaken hoofdzakelijk samen met hen regelt, woont niet alleen in de zin van het koninklijk besluit betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, ook al is de samenwoning bedoeld om het gebrek aan autonomie van deze persoon te compenseren.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Cass., 10/6/2024 - rolnummer S.21.0088.F
Wetgeving:
- Artikel 2, artikel 6 en artikel 7 Wet betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (27 februari 1987)
- Artikel 4 Koninklijk besluit betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming (6 juli 1987)