Hof van Justitie van de Europese Unie, 19 januari 2010
Richtlijn 2000/78 verzet zich tegen een nationale regeling die bepaalt dat tijdvakken van arbeid die een werknemer vóór het bereiken van de leeftijd van 25 jaar heeft vervuld, niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de duur van de opzegtermijn.
Seda Kücükdeveci tegen Swedex GmbH & Co. KG (C-555/07)
Feiten
Kücükdeveci is geboren op 12 februari 1978. Zij was sinds 4 juni 1996, dat wil zeggen vanaf de leeftijd van 18 jaar, werkzaam bij Swedex.
Swedex heeft deze werkneemster bij brief van 19 december 2006, met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn, per 31 januari 2007 ontslagen. De werkgever berekende de opzegtermijn alsof de werkneemster 3 jaar anciënniteit had, terwijl zij al 10 jaar voor de onderneming had gewerkt.
Beslissing
Het recht van de Unie, en in het bijzonder het beginsel van non‑discriminatie op grond van leeftijd, zoals geconcretiseerd door Richtlijn 2000/78 moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die in het hoofdgeding, die bepaalt dat tijdvakken van arbeid die een werknemer vóór het bereiken van de leeftijd van 25 jaar heeft vervuld, niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de duur van de opzegtermijn.
De nationale rechter aan wie een geschil tussen particulieren werd voorgelegd, moet de naleving verzekeren van het beginsel van non‑discriminatie op grond van leeftijd, zoals geconcretiseerd in Richtlijn 2000/78, en daarbij indien nodig elke strijdige bepaling van de nationale regeling buiten beschouwing laten, ongeacht de mogelijkheid waarover hij beschikt om in de in artikel 267, 2e alinea, VWEU bedoelde gevallen het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing inzake de uitlegging van dit beginsel te verzoeken.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: EU-HvJ, Seda Kücükdeveci tegen Swedex GmbH & Co. KG, 19/1/2010 – Rolnummer C-555/07
Wetgeving:
- EU-Kaderrichtlijn 2000/78/EG (27 november 2000)