Uitlatingen van publieke figuren

Ook publieke figuren kunnen schokkende of kwetsende uitspraken doen. Gaat het om strafbare uitlatingen? Dan kan Unia verdere stappen ondernemen, tenzij de uitlatingen onder de parlementaire onverantwoordelijkheid vallen

Om ervoor te zorgen dat het politieke debat op het scherpste van de snede gevoerd kan worden, krijgen politici een ruimere vrijheid om hun opinies en meningen te verkondigen in het publieke debat. Dat mes snijdt aan twee kanten: ze moeten daardoor ook meer en scherpere kritiek kunnen verdragen.

Parlements-  en regeringsleden die hun mening uiten, krijgen een bijzondere bescherming. Artikel 58 van de Grondwet geeft hen namelijk volledige vrijheid van meningsuiting in de uitoefening van hun functie als parlements- of regeringslid.

Dat wil zeggen dat ze niet vervolgd kunnen worden voor deze meningen, ook niet als die de grenzen van de vrije meningsuiting overschrijden. Dit heet ‘parlementaire onverantwoordelijkheid’.

De parlementaire onverantwoordelijkheid geldt dus alleen voor meningen die verkondigd worden in de uitoefening van de functie. Een parlementslid die bijvoorbeeld racistische uitlatingen doet op een persoonlijke blog, valt niet onder de parlementaire onverantwoordelijkheid, en kan wel degelijk veroordeeld worden.