Arbeidshof Brussel (Franstalig), 17 februari 2014
Een man meent dat hij het slachtoffer is van geweld en pesterijen op het werk, onder meer ingevolge verschillende overplaatsingen naar een andere werkplek. Het arbeidshof oordeelt dat er geen sprake is van geweld en pesterijen.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Brussel (Franstalig), 8 september 2011]
[Deze beslissing werd verkregen dankzij de inzameling van rechtspraak door de onderzoekers van het project 'Discriminatie bestrijden via het recht: de Belgische ervaring ter zake' (PDR T.0197.19), gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en gecoördineerd door Julie Ringelheim en Jogchum Vrielink.]
Feiten
Een man meent dat hij het slachtoffer is van geweld en pesterijen op de werkvloer. Hij verwijst in dat verband naar de omstandigheden waarin hij een blaam kreeg en de verschillende werkplekken waarnaar hij werd overgeplaatst.
Beslissing
De man voerde een inbreuk op de welzijnswet aan. Er zou sprake zijn van geweld en pesterijen. Zijn ontslag zou ook verband houden met een klacht die hij indiende.
Er was volgens het arbeidshof geen sprake van geweld of pesterijen.
- De man had een blaam gekregen en meende dat de omstandigheden waarin die werd gegeven een vorm van geweld uitmaakten. Maar het arbeidshof ging daar niet mee akkoord.
- De man beweerde ook dat de verschillende overplaatsingen bedoeld waren om hem te pesten. Maar het arbeidshof oordeelde dat de overplaatsingen gebeurden omdat de man ontevreden was over zijn werkplek of omdat zijn oversten niet tevreden waren met zijn prestaties of gedrag.
Ten slotte had de man aangevoerd dat hij werd ontslagen omdat hij een klacht had ingediend. Ook hier ging het arbeidshof niet mee akkoord. Hij werd ontslagen omdat het niet mogelijk was om, ondanks verschillende pogingen, een werkplek te vinden die bij hem paste of waarin hij naar behoren kon functioneren.
De werkgever moest wel een schadevergoeding betalen aan de man omdat het verslag van de preventieadviseur niet aan hem werd bezorgd.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 17/2/2014 - Rolnummer 2011/AB/1198