Arbeidshof Brussel (Franstalig), 18 oktober 2023
Er is geen sprake van een discriminatoir ontslag wanneer een vrouw wordt ontslagen tijdens haar afwezigheid wegens ziekte nadat ze haar (langdurige) arbeidsongeschiktheid telkens laattijdig ter kennis bracht van haar werkgever.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsende taalgebruik bevatten.]
Datum: 18 oktober 2023
Instantie: arbeidshof Brussel
Criterium: gezondheidstoestand
Actiedomein: arbeid
De feiten
Een vrouw werkte als schoonmaakster. Op 30 april 2012 werd ze arbeidsongeschikt door een arbeidsongeval. De arbeidsongeschiktheid werd telkens verlengd. De werkgever stuurde verschillende malen een aangetekende brief aan de vrouw omdat ze haar arbeidsongeschiktheid niet tijdig rechtvaardigde.
De vrouw werd op 16 november 2018 ontslagen wegens zware fout. Haar arbeidsongeschiktheid was verlengd van 1 september 2018 tot 30 november 2018. Het medisch attest werd opgesteld op 10 september 2018 en pas op 24 oktober 2018 aan de werkgever bezorgd. Ze werd ontslagen omdat ze geen antwoord had gegeven op de brieven van haar werkgever waarin haar werd gevraagd om het werk te hervatten of haar afwezigheid te rechtvaardigen.
Volgens de vrouw was er sprake van een discriminatoir ontslag omwille van haar gezondheidsproblemen (die voldeden aan de definitie van handicap).
Beslissing
Het arbeidshof oordeelde dat de vrouw geen vermoeden van discriminatie kon aantonen. Het is normaal, zo stelde de arbeidsrechtbank, dat een werkgever aan een werknemer vraagt om afwezigheden te rechtvaardigen. Wanneer een werkgever een werknemer ontslaat, na verschillende rappelbrieven te hebben gestuurd om afwezigheden te rechtvaardigen, is er geen sprake van discriminatie, zelfs niet indirect, op basis van een handicap of de gezondheidstoestand.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 18-10-2023 – rolnummer 2021/AB/468