Arbeidshof Brussel (Franstalig), 5 februari 2014
De rechter is niet gebonden door de formule Claeys bij het bepalen van de opzegtermijn. Er is geen sprake van discriminatie op grond van leeftijd wanneer de formule Claeys niet wordt toegepast.
[Deze beslissing werd verkregen dankzij de inzameling van rechtspraak door de onderzoekers van het project 'Discriminatie bestrijden via het recht: de Belgische ervaring ter zake' (PDR T.0197.19), gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en gecoördineerd door Julie Ringelheim en Jogchum Vrielink.]
Feiten
Een IT-consultant was op 1 februari 2007 in dienst getreden en werd op 15 maart 2010 ontslagen. Hij kreeg een opzegtermijn van 3 maanden. De arbeidsrechtbank trok deze opzegtermijn op tot 5 maanden. De man oordeelde dat hij op grond van de formule Claeys aanspraak kon maken op een opzegtermijn van 8 maanden. Hij verwees daarvoor naar zijn leeftijd (58 jaar en 9 maanden). Volgens de man werd hij gediscrimineerd op grond van zijn leeftijd.
Beslissing
Volgens de wet moet de rechter de opzegtermijn bepalen in functie van 2 parameters: de hoogte van de vergoeding en de anciënniteit. De rechter bepaalt autonoom de opzegtermijn en is niet gebonden door de formule Claeys. Er is dan ook geen sprake van discriminatie op grond van leeftijd wanneer de formule Claeys niet wordt gevolgd.
Het arbeidshof bevestigt de opzegtermijn van 5 maanden, gelet op de leeftijd van de man, zijn anciënniteit, de hoogte van zijn loon, zijn functie en de elementen eigen aan de zaak.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 5/2/2014 - Rolnummer 2012/AB/316, 2012/AB/741 en 2012/AB/1264