Arbeidshof Brussel (Franstalig), 8 november 2024
Het enkele feit dat het begin van de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte samenvalt met het ontslag is niet voldoende om een vermoeden van discriminatie op grond van de gezondheidstoestand te staven.
Feiten
Een man werkt als commercieel directeur Benelux voor een bedrijf dat kleding verkoopt. Op 8 augustus werd hij werkonbekwaam wegens ziekte. Enkele dagen later, op 11 augustus, werd hij ontslagen. Hij was van oordeel dat hij werd gediscrimineerd op basis van zijn gezondheidstoestand.
Beslissing
Het arbeidshof gaat na of er een vermoeden van discriminatie op basis van de gezondheidstoestand bestaat. Dat is volgens het arbeidshof niet het geval. Het samenvallen van het begin van de arbeidsongeschiktheid en het ontslag is niet voldoende om een vermoeden van discriminatie op basis van de gezondheidstoestand te staven.
Uit verschillende elementen leidt het arbeidshof af dat de reden voor het ontslag van de man te maken had met het feit dat het bedrijf ontevreden was over zijn prestaties. Nog vooraleer de man arbeidsongeschikt werd, had het bedrijf de beslissing genomen om hem te ontslaan.
Het ontslag was volgens het arbeidshof niet discriminatoir.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: AHof Brussel (Fr.), 8-11-2024 - rolnummer 2024/AB/76