Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 24 juli 2013
Een man van Iraanse afkomst dient zijn kandidatuur als zelfstandig bankagent in, maar hij wordt niet weerhouden. Hij meent dat zijn afkomst een rol heeft gespeeld. De voorzitter van de arbeidsrechtbank achtte zich onbevoegd om een forfaitaire schadevergoeding toe te kennen buiten het kader van een vordering tot staking van de discriminatie.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 22 oktober 2012]
[Zie ook: Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 28 november 2014 en Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 27 juni 2016]
[Deze beslissing werd verkregen dankzij de inzameling van rechtspraak door de onderzoekers van het project 'Discriminatie bestrijden via het recht: de Belgische ervaring ter zake' (PDR T.0197.19), gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en gecoördineerd door Julie Ringelheim en Jogchum Vrielink.]
Feiten
Een man wilde, samen met enkele andere personen, een zelfstandig bankagentschap uitbaten via een op te richten vennootschap. Hij ondertekende een principeovereenkomst met een bank. Maar uiteindelijk werd zijn kandidatuur niet weerhouden. De bank verwees hiervoor naar informatie over de betrokkenheid van de man bij faillissementen. De man beweerde dat de weigering verband hield met zijn Iraanse afkomst en hij vorderde een schadevergoeding op grond van de antiracismewet.
De voorzitter van de arbeidsrechtbank had zich onbevoegd verklaard omdat een vordering tot het betalen van een schadevergoeding werd ingediend, zonder dat dit gekoppeld was aan een vordering tot staking van de discriminatie.
Beslissing
Het arbeidshof bevestigt de visie van de voorzitter van de arbeidsrechtbank. De antiracismewet maakt het mogelijk om een forfaitaire schadevergoeding te bekomen in het kader van een procedure ten gronde of accessoir aan een stakingsvordering. Het is niet mogelijk om een schadevergoeding te verkrijgen via een procedure zoals in kortgeding buiten de hypothese van een stakingsvordering.
Dit is conform EU-Richtlijn 2000/73/EG.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Brussel (Nl.), 24/7/2013 - Rolnummer 2012/CB/19
Wetgeving:
- EU-Richtlijn 2000/43/EG (29 juni 2000)